Nederlandse wetgeving over digitale toegankelijkheid sluit aan bij internationale afspraken, waaronder een VN-verdrag en een Europese richtlijn.
In 2006 stelde de Verenigde Naties het verdrag voor de rechten van mensen met een beperking op. Om te zorgen dat mensen met een beperking op gelijke voet kunnen meedoen in de samenleving. Daar hoort ook toegang tot digitale informatie en dienstverlening bij. Nederland heeft het verdrag in 2016 bekrachtigd. Daarmee is vastgelegd dat ook hier digitale toegankelijkheid onderdeel is van een inclusieve samenleving.
Europese richtlijn
Om de afspraken uit het VN-verdrag concreet te maken, stelde de EU de Europese richtlijn 2016/2102 vast. Deze verplicht websites en apps van overheidsinstanties toegankelijk te zijn. Nederland heeft deze richtlijn uitgewerkt in het Besluit digitale toegankelijkheid overheid (BDTO). Zo gelden overal in de EU dezelfde eisen en hoeven internationale ICT-bedrijven niet voor elk land aparte standaarden te hanteren.
Europese Toegankelijkheidswet
Op 28 juni 2025 ging de Europese Toegankelijkheidswet (European Accessibility Act, EAA) in. Deze wet gaat verder dan alleen de overheid en verplicht ook aanbieders van digitale producten en diensten om toegankelijk te zijn. Het gaat bijvoorbeeld om websites, apps, e-books, webshops, computers, smartphones en ticket- of betaalautomaten. Zo wordt digitale toegankelijkheid onderdeel van producten en diensten in heel Europa.
Nederland heeft deze internationale afspraken omgezet in nationale regels, onder meer via de Wet digitale overheid (Wdo) en het Besluit digitale toegankelijkheid overheid (BDTO). Meer informatie hierover vind je op onze webpagina kabinetsbeleid.