De Rijksoverheid werkt aan een integrale aanpak voor kinderrechten in de digitale wereld. Doel is dat kinderen online dezelfde bescherming en kansen krijgen als offline. Deze inzet vormt de nieuwe Strategie kinderrechten online, waarin verschillende ministeries samenwerken. De strategie bestaat uit 5 hoofdthema’s:
1. Wetgeving, handhaving en naleving
Bestaande regels moeten beter aansluiten op de digitale werkelijkheid van kinderen. Het kabinet zet in op de volgende concrete acties:
- Het uitwerken van nieuwe regels tegen verslavende ontwerpen in digitale diensten.
- Strengere regels voor de gamesector, waaronder een mogelijk verbod op lootboxes (digitale gokmechanismen) en extra regels voor betaalmethodes zoals pay-to-winmechanismen en het gebruik van digitale munten.
- Er komt een nieuwe wetgeving om digitale kinderarbeid beter te reguleren. Dit gaat bijvoorbeeld over kinderen die via vlogs of social media betaald werk doen.
- Er wordt gekeken hoe leeftijdsverificatie kan worden ingezet. Leeftijdsverificatie helpt voorkomen dat kinderen digitale diensten gebruiken die niet geschikt zijn voor hun leeftijd.
2. Ouders en opvoeders ondersteunen
Ouders hebben praktische hulpmiddelen nodig om hun kind goed te begeleiden in de digitale wereld. Het kabinet ondersteunt ouders en opvoeders met verschillende acties:
- Een campagne (start najaar 2025) die laat zien welke kansen en risico’s digitale media bieden, en praktische tips aan ouders geeft om kinderen goed te begeleiden.
- Samen met Netwerk Mediawijsheid is een speciaal platform gemaakt: jouwkindonline.nl. Hierop staan tips, ervaringsverhalen en toegankelijke informatie voor ouders.
- Er wordt ook gekeken of er een ‘bijsluiter’ kan komen bij de verkoop van apparaten zoals smartphones en tablets, met handige informatie voor ouders.
- Ook wordt gewerkt aan een Gamecheck, een tool die ouders en jongeren kan helpen inschatten of een game geschikt is om te spelen.
- Er worden Kinderrechten Impact Assessments (KIA’s) uitgevoerd om de impact van digitale diensten zoals Instagram, Snapchat en TikTok te beoordelen. Dit stimuleert en helpt om te praten over de risico’s en kansen.
- Er is een richtlijn gezond schermgebruik ontwikkeld. Deze helpt ouders en jeugdprofessionals met concrete adviezen voor online mediaopvoeding.
3.Onderwijs als fundament voor digitale weerbaarheid
Door al op school aandacht te geven aan digitale vaardigheden en risico’s worden kinderen sterker en bewuster online. Het kabinet zet daarom in op de volgende acties:
- De komende jaren wordt het schoolprogramma voor digitale vaardigheden aangepast. Hierbij ligt de focus op 3 gebieden: praktische kennis over digitale systemen en privacy, leren maken van en ontwerpen met digitale technologie, en nadenken over de invloed van technologie op mensen en maatschappij.
- Er geldt een landelijke afspraak om smartphones en andere apparaten zoveel mogelijk buiten de klas te houden, de landelijke ‘nee, tenzij’ afspraak. Dit zorgt ervoor dat leerlingen zich beter kunnen concentreren, socialer worden en zich veiliger voelen op school.
- Er ligt nog een grote kans voor een grotere ondersteunende rol voor bibliotheken in het onderwijs, waarbij digitale geletterdheid een stevigere en structurele plek kan krijgen binnen de Bibliotheek op School. Hier ligt al een infrastructuur; bibliotheken werken binnen het primair onderwijs samen met ruim 85% van alle scholen en binnen het voortgezet onderwijs met 56% van alle scholen.
4. Kinderen, jongeren en opvoeders betrekken als partners
Beleid werkt beter als de stem van kinderen en hun opvoeders serieus wordt meegenomen. Dit doet het kabinet met de volgende acties:
- Het ministerie van BZK heeft UNICEF gevraagd een Jongerenraad Digitalisering op te zetten. Op deze manier denken en bouwen jongeren actief mee aan beleid en oplossingen.
- Daarnaast worden mogelijkheden gezocht om ouders en opvoeders beter te betrekken via een op te richten Ouderraad Kinderrechten Online. Om ook hun ervaringen en ideeën mee te nemen.
- Het is belangrijk dat hulp en projecten die jongeren sterker maken in de digitale wereld, goed aansluiten bij hoe zij online leven. Daarom bedenken jongeren samen met experts manieren om online pesten, haat en grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan.
- Een monitor die in kaart brengt hoe kinderen tussen 7 en 12 jaar omgaan wordt ontwikkelt met media en hoe ouders hen daarbij begeleiden. Dit is een aanvulling op de al bestaande monitor voor kinderen van 0 tot en met 6 jaar. Deze monitor helpt beter te begrijpen wat er speelt en het beleid hierop af te stemmen. Ook wordt bekeken of een kinderrechtenscan mogelijk is, die in bredere zin informeert hoe het met online kinderrechten is gesteld in relatie tot welzijn.
5. Faciliteren en versterken samenwerking netwerkpartners
Goede bescherming van kinderen online vraagt om nauwe samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, onderwijs, toezicht en maatschappelijke organisaties. Veel partijen zijn al actief op dit terrein en hebben hun waarde bewezen. Deze partners worden regelmatig bij elkaar gebracht om kennis te delen en bestaande initiatieven beter te benutten. Tijdens deze bijeenkomsten is ook aandacht voor actuele ontwikkelingen en signalen, zodat toezichthouders hun werk zo goed mogelijk kunnen uitvoeren.
Verschillende ministeries werken samen
De volgende ministeries werken samen aan het thema kinderrechten online, elk vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid: Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Economische Zaken (EZ), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Justitie en Veiligheid (JenV), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Financiën.




