De ontwikkelingen rondom het beleid op online kinderrechten.
1. Regulering aanbieders producten en diensten
- De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) stelt dat bij de verwerking van persoonsgegevens van kinderen jonger dan 16 jaar, gegevens enkel mogen worden verwerkt met de toestemming van een ouder Daarnaast moet het voor kinderen duidelijk zijn wat de verwerking van hun gegevens inhoudt. Ook is het volgens de AVG niet toegestaan om persoonlijkheids- en gebruikersprofielen van kinderen te maken wanneer dit niet in hun belang is.
- Onder de DSA zijn zeer grote online platforms (ZGOP’s) verplicht om ten minste één alternatief te bieden ten aanzien van gepersonaliseerde aanbevelingen. Deze bepaling moet het risico op het terechtkomen in een informatiefuik verkleinen. Aanbieders moeten bijzondere inspanningen leveren om de uitleg over hun algemene voorwaarden voor minderjarigen begrijpelijk te maken. Ook mogen platforms geen reclame tonen op basis van profilering van persoonsgegevens van minderjarigen.
- Met deze bepalingen in de AVG en DSA worden kinderen beschermd tegen het maken van dataprofielen en hebben zij het recht om online niet gevolgd te worden.
- Vanaf 25 augustus 2023 moeten de eerste 19 zeer grote online platforms en online zoekmachines aan deze verplichtingen uit de DSA voldoen.
- Om te bevorderen dat online platforms invulling geven aan de verplichtingen uit de DSA wordt in het najaar een ronde tafel met de Europese Commissie, wetenschappers, toezichthouders, online platforms en maatschappelijke organisaties georganiseerd. Hier staat een effectieve en adequate bescherming van kinderen in het licht van de DSA centraal.
- In het voorjaar van 2023 zijn verschillende experttafels georganiseerd om in kaart te brengen wat de eisen voor leeftijdsverificatie zijn en hoe systemen hieraan gaan voldoen. Een conclusie uit deze tafels is dat de markt met zijn technische kennis en innovatiecapaciteit als geen ander in staat is om adequate leeftijdsverificatiesystemen te ontwikkelen. De digitaledienstenverordening (Digital Service Act) noopt de markt daartoe, omdat bedrijven de leeftijd moeten kunnen vaststellen van een gebruiker, bijvoorbeeld bij het verbod van reclame op basis van profilering in geval van minderjarigen. Maar het moet niet geheel aan de markt worden overgelaten. De overheid moet hier bemoeienis mee houden.
- De eisen van een dergelijk systeem betreffen onder meer de robuustheid (mate waarin leeftijd met zekerheid kan worden vastgesteld), de privacy-vriendelijkheid, de veiligheid en de inclusiviteit van leeftijdsverificatiesystemen. Op basis van een uitgewerkte lijst van eisen wordt de mogelijkheid onderzocht van een certificeringssysteem voor leeftijdsverificatie. Hierover is het kabinet met partijen als de NEN, maar ook de Europese Commissie, in gesprek. Hierbij wordt gekeken naar ontwikkelingen in het buitenland op dit terrein. Deze lijst met eisen per risicocategorie wordt na de zomer bekend. Mogelijkheden ten aanzien van certificering of andere mogelijke inbedding van eisen aan leeftijdsverificatie zal tegen het einde van het jaar inzichtelijk zijn.
- Om kinderrechten in alle fasen van de levenscyclus van online producten en diensten te borgen, nemen we de volgende nieuwe maatregelen:
1. De ontwikkeling van een Kinderrechten Impact Assessment (KIA). Dit instrument helpt om risico’s voor kinderrechten in kaart te brengen. Deze is in de tweede helft van 2023 gereed.
2. Het updaten en omvormen van de bestaande Code voor Kinderrechten (CKO)11 tot een meer praktische tool voor ontwerpers van digitale diensten en producten. Hiermee worden de kinderrechten in online diensten geborgd. Deze is ook in de tweede helft van 2023 gereed.
3. Het opzetten van een Kinderrechten Keurmerk (KK) waaruit blijkt dat in een online product of dienst kinderrechten zijn geborgd. Begin 2024 is meer duidelijk over de uitwerking.
Aanpak van verleidingstechnieken en dark patterns
In aanvulling op de AVG, DSA en AVMDS willen wij de komende tijd aanbieders vergaand reguleren, onder andere via consumentenwetgeving. Het gaat hier met name om de aanpak van online verleidingstechnieken en zogenaamde dark patterns. Deze technieken kunnen gebruikers stimuleren om langdurig online te zijn en/of om andere dingen te doen die niet (altijd) in hun belang zijn (zoals het doen van aankopen).
De Europese Commissie onderzoekt of de huidige regels consumenten ook online voldoende beschermen (‘fitness check’). De minister van Economische Zaken en Klimaat zal onder andere aan de Commissie vragen om met name kwetsbare consumenten, zoals kinderen, beter te beschermen tegen bepaalde schadelijke online handelspraktijken rondom in-app en in-game aankopen. In dat kader gaat de minister van Economische Zaken en Klimaat voorstellen de Europese regelgeving zodanig aan te passen dat loot boxes onder alle omstandigheden kwalificeren als een oneerlijke handelspraktijk. Binnen de fitness check zal ook gekeken worden of de consumentenregelgeving nog moet worden aangepast in verband met de hierboven genoemde dark patterns. Uit onderzoek van de Commissie blijkt dat bijna alle van de 75 door Europese consumenten meest gebruikte websites en apps ten minste één dark pattern bevatten. Het is daarom van belang dat de consumentenwetgeving voldoende flexibel is om hier snel op te kunnen reageren.
Nieuw en aanvullend beleid is daarnaast dat specifiek ten aanzien van verleidingstechnieken in games op dit moment een gamewijzer voor verleidingstechnieken in ontwikkeling is. Deze gamewijzer maakt op toegankelijke wijze voor ouders, kinderen en verzorgers duidelijk welke verleidingstechnieken er in een game aanwezig zijn.
2. Media-opvoeding, jongeren weerbaar maken en mediawijsheid
- Onderzoek toont aan dat niet-educatief gebruik van mobiele telefoons de concentratie en betrokkenheid van leerlingen negatief beïnvloedt. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft onderzocht hoe mobiele telefoons uit de klas kunnen worden geweerd. Er is een afspraak gemaakt met besturen, scholen, docenten, ouders en leerlingen dat mobiele telefoons niet zijn toegestaan in de klas, tenzij ze educatief worden gebruikt in de les. Deze afspraak geldt voor het voortgezet onderwijs en wordt per 1 januari 2024 toegepast. Ook het basisonderwijs zal deze afspraak oppakken.
- Het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) heeft de Toolbox Mediaopvoeding: ‘Media? Gewoon opvoeden!’ ontwikkeld. Hierin zijn factsheets voor professionals en leerkrachten en tipsheets voor ouders opgenomen.
- Samen met jongeren zelf en organisaties zoals MIND Us en het netwerk Mediawijsheid, wordt onder meer ingezet op het stimuleren van mediawijsheid, digitale vaardigheden en digitale balans.
- Mediawijsheid helpt kinderen te beschermen tegen de risico’s van ‘ongezond’ mediagebruik; niet door hen van schadelijke media weg te houden, maar door hen te leren hoe ze ermee om moeten gaan. Vanuit het ministerie van OCW wordt daartoe het Netwerk Mediawijsheid ondersteund. Dit is een uitgebreid programma om mediawijsheid onder alle Nederlanders te versterken. Het programma geeft extra aandacht aan jongeren en kwetsbaren. Bij mediawijsheid gaat het over het geheel aan kennis, vaardigheden en mentaliteit om je als mens staande te kunnen houden in een sterk gemedialiseerde wereld. Bij het Netwerk Mediawijsheid zijn meer dan 1.000 partners aangesloten.
- Voor ouders is door het Netwerk Mediawijsheid de zogeheten MediaDiamant ontwikkeld. Dit is een hulpmiddel voor ouders om met hun kind het juiste gesprek te voeren over mediagebruik. Genieten van de mogelijkheden, het voorkomen van risico’s, het begeleiden van je kind, weten welke inhoud geschikt is en het hanteren van een gezonde balans zijn hierbij belangrijke onderwerpen. De MediaDiamant is er voor ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar en is ontwikkeld door experts en wetenschappers.
- Om ouders en kinderen beter te informeren voor een goede omgang met digitale producten en diensten, komt er een meerjarige publiekscommunicatie. Deze communicatie moet in het najaar starten en zal zich dit jaar focussen op de effecten van langdurig online zijn. Later worden in deze campagne ook desinformatie en bewustwording van gegevensverwerking door apps meegenomen.
- Als een minderjarige online iets vervelends heeft meegemaakt, kan het gemeld worden op meldknop.nl. Denk aan online pesten, discriminatie, nare filmpjes, grooming, sexting, oplichting en stalking. Meldknop.nl is een initiatief van Veilig Internetten – een samenwerking tussen het ministerie van EZK, het ministerie van JenV, het Nationaal Cyber Security Centrum en ECP – en wordt ondersteund door de politie. Daarnaast kunnen kinderen terecht bij de Kinderombudsman wanneer zij (on- of offline) problemen met een overheidsinstantie ervaren.
- Iedereen moet de kans krijgen om zich digitaal te ontwikkelen. Dit gebeurt door digitale kennis en vaardigheden aan te bieden in het onderwijs en via om- en bijscholing.
- Met Unicef Nederland is een jongerenpanel opgericht. Hier wordt vier keer per jaar met jongeren de kansen en de risico’s van de digitale wereld besproken. De sessies krijgen thematisch vorm en kunnen bijvoorbeeld ingaan op schadelijke content of online reclame. Maar ook op hoe een kind in de digitale wereld creatief kan zijn of hoe de digitale wereld het leervermogen van een kind kan versterken. De eerste sessie was in september 2023 en de uitkomsten van deze sessies worden gebruikt voor de verdere invulling.
3. Aanpak mentale gezondheid
Vanuit het ministerie van VWS is in samenwerking met OCW en SZW in juni 2022 de ´Aanpak mentale gezondheid voor ons allemaal´ gelanceerd. Deze heeft als doel om de mentale gezondheid van inwoners van Nederland te verbeteren. De aanpak besteedt specifiek aandacht aan jongeren en de online leefwereld. Zo bevat actielijn ‘Mentaal Gezond Online’ van deze aanpak doelen en acties om ervoor te zorgen dat jongeren mediawijs worden en blijven. Hierbij wordt ingezet op bewustwording over de digitale balans en hoe deze kan worden behouden. Concrete doelen van deze aanpak zijn onder andere dat jongeren en ouders de kansen en gevaren van de online leefwereld beter herkennen en dat mentale ondersteuning beter aansluit bij de online leefwereld van jongeren.
4. Mediawet en Nederlandse Reclame Code
- Video-influencers voldoen aan regels uit de Mediawet om consumenten te beschermen tegen online reclame. Zo moet het direct zichtbaar zijn dat het om reclame gaat: alleen het plaatsen van een tag van het sponsorende bedrijf is niet genoeg.
- De Nederlandse Reclame Code is geactualiseerd, waarmee uitvoering is gegeven aan de afspraak in het Coalitieakkoord dat kinderen extra beschermd worden tegen online reclame. De Code wordt bijgewerkt als de actualiteit of veranderende regelgeving daarom vraagt. Hierbij wordt door het Commissariaat voor de Media in eerste instantie toezicht gehouden op influencers met meer dan 500.000 volgers
- De staatssecretaris van Cultuur en Media is met het Commissariaat voor de Media in gesprek over de invloed van influencers en de versterking van het toezicht. Ook moet het toezicht op en de handhaving van de naleving worden vergemakkelijkt.
- Uitwassen waarbij kinderen als verdienmodel worden ingezet door hun ouders of bedrijven moeten beter kunnen worden aangepakt. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal daarom een duidelijk en richtinggevend (normen)kader voor kinderarbeid in de vorm van jonge influencers ontwikkelen en vastleggen in wet– en regelgeving. Het bestaande normenkader zoals dat nu geldt voor artistiek en cultureel werk, met arbeids- en rusttijden tot 16 jaar, is hierbij in beginsel uitgangspunt.
5. (Inter-)nationale samenwerking
- Nederland bekijkt hoe andere landen deze problematiek aanpakken. Zo is in Frankrijk een wetsvoorstel aanhangig over een minimumleeftijd van 15 jaar voor het gebruik van sociale media. Het wetsvoorstel verplicht de online platformen met systemen voor leeftijdsverificatie te komen, die door de toezichthouder moeten worden goedgekeurd. Ook kent Frankrijk het project ‘Je protège mon enfant’, een platform voor digitaal ouderschap.
- The European Consumer Organisation (ECO) adviseert om de transparantie- en openbaarmakingsvereisten op EU-niveau verder worden gedefinieerd, gestandaardiseerd en geharmoniseerd. Ook moet het toezicht op en de handhaving van de naleving worden vergemakkelijkt. Verder beveelt zij aan om promotie van illegale producten en diensten door influencers als oneerlijke handelspraktijk te kwalificeren door middel van plaatsing op de zwarte lijst van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Binnen Europa maakt Nederland zich hard voor het overnemen van deze aanbevelingen van de ECO.