De aanpak van desinformatie kent 2 sporen: het versterken van het publieke debat en het verminderen van de invloed van desinformatie. De vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid staan daarbij altijd centraal. Het aanwijzen van desinformatie is in 1e instantie geen taak van overheden, maar van onafhankelijke media en factcheckers. Meerdere onderdelen uit het desinformatiebeleid komen ook terug in de Werkagenda
Waardengedreven Digitaliseren.
Spoor 1: Het publieke debat versterken
- Pluriform medialandschap behouden;
- Weerbaarheid burgers versterken;
- Publieke alternatieven voor online platformen stimuleren en gebruiken.
Spoor 2: Invloed desinformatie verminderen
- Inzet afhankelijk van de inhoud van desinformatie;
- Inzet afhankelijk van de producent of verspreider van desinformatie;
- Inzet op de verantwoordelijkheid van traditionele media en online platformen;
- Kennisontwikkeling.



