De Wet digitale overheid (Wdo) regelt de toegang van burgers, ondernemingen en rechtspersonen tot online diensten van publieke dienstverleners. Op deze pagina staan antwoorden op een aantal belangrijke vragen voor publieke dienstverleners. Bovendien vind je hier een actueel overzicht van de verplicht te accepteren middelen.
Wat regelt de Wdo voor toegang tot online dienstverlening van de overheid?
De Wet digitale overheid (Wdo) verplicht publieke dienstverleners om per dienst te bepalen welk betrouwbaarheidsniveau vereist is voor toegang. Zij accepteren bij diensten op betrouwbaarheidsniveau ‘substantieel’ en ‘hoog’ alle door de overheid toegelaten inlogmiddelen, met een gelijk of een hoger betrouwbaarheidsniveau dan nodig is voor de dienst. Ook accepteren zij machtigingen bij deze diensten.
Voor welke publieke dienstverleners geldt deze wet?
De wet bepaalt welke publieke dienstverlener onder de reikwijdte van de wet vallen. Dat zijn:
- a-bestuursorganen,
- rechterlijke instanties, en
- aangewezen organisaties.
Welke organisaties vallen onder de Wdo?
a-bestuursorgaan
Een a-bestuursorgaan is ingesteld op basis van publiekrecht. Het gaat om organen van de Staat, provincies en gemeenten, maar ook ondermeer om DUO, de Belastingdienst en zelfstandige bestuursorganen zoals de Sociale Verzekeringsbank, de KVK, de RDW en de Huurcommissie.
Rechtelijke instanties
Rechterlijke instanties zijn onafhankelijke en bij wet ingestelde organen die met rechtspraak zijn belast. Het gaat om rechtbanken, gerechtshoven, de Hoge Raad, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, het College van Beroep voor het bedrijfsleven en de Centrale Raad van Beroep.
Aangewezen organisaties
-
- Zorgverleners, indicatieorganen of zorgverzekeraars die op basis van de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg, burgerservicenummers (bsn’s) verwerken.
- Pensioenuitvoerders volgens artikel 1 van de Pensioenwet en artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
- Universiteiten of hbo-instellingen volgens artikel 1.1 onder g van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Hoe bepalen publieke dienstverleners het betrouwbaarheidsniveau voor toegang tot hun online diensten?
Publieke dienstverleners bepalen per online dienst op welk betrouwbaarheidsniveau gebruikers moeten inloggen, op basis van de conceptregeling betrouwbaarheidsniveaus. Hierin zijn regels en criteria opgenomen die leiden tot een keuze voor een betrouwbaarheidsniveau dat past bij de risico’s die aan de dienst zijn verbonden.
Het ministerie van BZK ontwikkelde samen met RVO een Regelhulp betrouwbaarheidsniveaus op basis van de conceptregeling betrouwbaarheidsniveaus. Deze regelhulp helpt publieke dienstverleners bij het keuzeproces voor het juiste betrouwbaarheidsniveau.
Welke inlogmiddelen moeten publieke dienstverleners verplicht accepteren bij dienstverlening aan burgers?
Zodra de wet in werking treedt, moeten publieke dienstverleners zorgen dat burgers bij diensten op betrouwbaarheidsniveau substantieel en hoog in kunnen loggen met de volgende (typen) middelen.
Publieke inlogmiddelen
Erkende private inlogmiddelen
- Er zijn op dit moment nog geen private inlogmiddelen erkend.
Genotificeerde inlogmiddelen van andere EU-lidstaten
- Bekijk een actueel overzicht van door Europa erkende nationale inlogmiddelen.
Welke inlogmiddelen moeten publieke dienstverleners verplicht accepteren bij dienstverlening aan ondernemingen en rechtspersonen?
Zodra de wet in werking treedt moeten publieke dienstverleners ervoor zorgen dat ondernemingen en rechtspersonen die ingeschreven kunnen worden in het Handelsregister bij diensten op betrouwbaarheidsniveau substantieel en hoog in kunnen loggen met de volgende (typen) middelen.
Bedrijfs- en organisatiemiddelen die gedurende een overgangsperiode van 18 maanden geacht worden erkend te zijn
Erkende bedrijfs- en organisatiemiddelen
- Er zijn op dit moment nog geen erkende bedrijfs- en organisatiemiddelen.
Genotificeerde inlogmiddelen van andere EU-lidstaten
- Bekijk een actueel overzicht van door Europa erkende nationale inlogmiddelen.
Welke machtigingen moeten publieke dienstverleners verplicht accepteren?
Zodra de wet in werking treedt, moeten publieke dienstverleners machtigingen accepteren bij diensten op betrouwbaarheidsniveau substantieel en hoog. Machtigingen zijn elektronische verklaringen waaruit blijkt dat een natuurlijke persoon, onderneming of rechtspersoon gemachtigd is om namens een andere natuurlijke persoon, onderneming of rechtspersoon op te treden bij toegang tot de dienst. Het uitgangspunt is dat het betrouwbaarheidsniveau waarop de machtiging is geregistreerd tenminste gelijk is aan het betrouwbaarheidsniveau dat is vereist voor toegang tot de dienst.
[contact-form-7 id=”54401″ title=”Staat uw vraag er niet bij?”]