Hoe werken ministeries aan een datagedreven aanpak? En hoe zorgen zij dat nadenken over data onderdeel wordt van beleid maken? Het Leer- en Expertisepunt Datagedreven werken sprak hierover met Gijs van Schouwenburg, programmamanager (via I-Interim Rijk) Anders Omgaan met Data bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).
Wat is het doel van het programma Anders Omgaan met Data?
Ik probeer samenhang te creëren in alles wat IenW met data doet. Het doel van het programma was en is bewustwording creëren: wat kun je met data en data-technologie? Dat gebeurde voorheen vooral met trainingen en experimenten. Sinds 2019 werken we aan meer databesef: hoe zorg je dat medewerkers meer over data nadenken? Anders Omgaan met Data is niet alleen een dataprogramma: het is vooral een veranderprogramma.
Datakoersen helpen bij deze verandering. Per Directoraat-Generaal (DG) en uitvoerende dienst, en dus per onderwerp, geven we met een Datakoers aan welke ontwikkelingen plaatsvinden op het gebied van digitalisering en dataficering. Collega’s lezen van alles over artificiële intelligentie (AI) en robots, maar moeten zich dat ook eigen kunnen maken en het kunnen vertalen naar hun eigen wereld. Het is voor een ministerie belangrijk om kennis te hebben over ontwikkelingen op het gebied van data en technologie. Je kunt geen sturing geven en beleid maken over dingen waar je niks van weet.
Kun je een voorbeeld noemen van hoe data een rol speelt in de wereld van IenW?
Voorbeelden hiervan zijn het toezicht op zeeschepen vanuit de ruimte, de optimale inzet van weginspecteurs, het voorspellen van waterhoogtes en smart mobility. Er komen steeds meer slimme auto’s met sensoren. Slimme auto’s meten straks alles wat er op en rond de weg gebeurt. Dat betekent dat autofabrikanten daarmee over veel data en informatie kunnen beschikken. Zoals data over de kwaliteit van de weg, doorstroming en veiligheid. De vragen die dan volgen zijn: waarom zet Rijkswaterstaat al die dure meetinstallaties neer, als we een paar miljoen auto’s hebben die hetzelfde meten? Is het verstandig om de metingen aan de markt over te laten en je informatiepositie te verliezen of zoek je samenwerkingsvormen op?
Dat is een interessante discussie die we nog onvoldoende voeren. We zijn, als overheid, te afwachtend. Het is belangrijk om een beeld te hebben van wat er gebeurt en om daar een standpunt over te in te nemen. Daarbij horen ook privacy en ethische aspecten. Het gaat dan niet alleen over de informatiepositie maar ook over burgerrechten.
Hoe werkt IenW aan meer samenhang op het gebied van data?
Dit doen we met de Data- en digitaliseringskoersen. Ieder onderdeel van IenW werkt aan een Datakoers: oftewel een eigen datastrategie. Tegelijkertijd delen we kennis en kunde, zowel over data maar ook over technieken die nodig zijn om data te verzamelen of te gebruiken. We hebben een webinarreeks ontwikkeld, een dataleerlandschap opgesteld en beschikken over een innovatiefonds om experimenten op het gebied van data en data-technologie te faciliteren. Dit alles doen we in samenwerking met de verschillende onderdelen van IenW.
Je noemt een aantal voorbeelden van technieken om data te verzamelen. In hoeverre hebben deze technieken het maken van beleid veranderd?
Veranderingen in de manier van werken zien we in de praktijk vooral terug in de uitvoering en het toezicht. Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) maakt gebruik van vliegtuigdata om tot betere weersverwachtingen te komen. Ook is er het WOW-NL platform waar particulieren de data van hun eigen weerstation kunnen uploaden. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) ontwikkelt een platform voor joint-fact finding en Rijkswaterstaat werkt met modellen voor het voorspellen van incidenten op de weg.
Voor het verzamelen van data maken we vaak gebruik van satellieten en sensoren. Via satellieten kunnen we zien of er sprake is van bodemdaling. Ook doen we nu een pilot om te onderzoeken of we via satellieten toezicht kunnen houden op zeeschepen. We meten de uitstoot met satellietgegevens en sporen zo op of iemand in overtreding is. Via satellietgegevens kunnen we ook hittestress in beeld krijgen en data verzamelen over het percentage groene daken. Sensoren gebruiken we om gegevens over dijken en waterkeringen te verzamelen. De sensoren geven informatie over de staat van de waterkering. Met de informatie die we daarover verzamelen plannen we het onderhoud op tijd in. Zo kun je preventiever te werk gaan.
Dit soort inzichten wordt steeds vaker in de beleidsomgeving gebruikt, al is dat meestal experimenteel van aard. We hebben nog steeds motortjes, zoals de Datakoers, nodig om stappen te maken op het gebied van data en beleid. Ik verwacht dat dankzij de mogelijkheden van datatechnologie, zoals digital twin of continue monitoring, beleidseffecten sneller zichtbaar of voorspelbaar worden. Beleid en uitvoering zullen daardoor dichter naar elkaar toe bewegen.
Is de experimenteerfase nog langer nodig?
Datagedreven werken blijft vrij nieuw. We jagen het aan, zorgen voor kennisontwikkeling via de webinars en het leerlandschap. Zo stimuleren we een nieuwe manier van denken en handelen. Maar over de impact van de datagedreven samenleving is nog onvoldoende bekend, dus ja: ik denk dat we nog wel even blijven experimenteren.
Welke uitdagingen zie jij als het gaat om data en technologie?
Een grote uitdaging is de beschikbaarheid van data. Daar lopen veel experimenten tegenaan. In sommige gevallen is data nodig van een van de uitvoerende onderdelen van IenW. In de praktijk blijkt het lastig om die data te krijgen. Dit is deels vanwege juridische belemmeringen, maar ook vaak doordat de data op een specifieke manier is verzameld waardoor je er geen gebruik van kunt maken. We moeten nog uitvinden hoe we daar op een handige en betrouwbare manier handen en voeten aan geven.
De meeste dataprogramma’s die ik ken gaan over de data zelf en dat vind ik een te beperkte benadering. Datagedreven werken gaat natuurlijk over data, als fundament, maar vooral over hoe je eraan komt én hoe je het gebruikt. De maatschappelijk discussie zit op die punten.
Daarnaast vind ik de rol van het openbaar bestuur belangrijk. Ik heb de indruk dat de regels die ooit bedoeld waren om burgers te beschermen tegen de overheid in toenemende mate ook relevant worden voor de bescherming van burgers tegen de macht van grote techbedrijven. Wat betekent dat voor het publiek-private speelveld? Het vraagt om een ander soort leiderschap.
Met welke datagedreven uitdagingen gaat IenW aan de slag?
De vraagstukken die ik net noemde zijn natuurlijk uitdagingen op zichzelf. IenW kent, als afgeleide daarvan, een aantal belangrijke uitdagingen:
- De invulling van de ambitie van onze bestuursraad om een proactieve en innovatieve speler te zijn op het gebied van data en daardoor een beter presterende overheid te zijn die waarde toevoegt aan de samenleving;
- Het ‘tussen de oren’ krijgen van het belang van dataficering en digitalisering bij de beleidsafdelingen. Zij hebben, vanwege het richting- en opdrachtgevende karakter van hun werk veel invloed op de omgang met data in hun beleidsdomeinen. Daar moeten we ons bewuster van zijn en beter gebruik van maken;
- Het organiseren van de condities die het mogelijk maken om onze ambitie te bereiken. Zoals het invoeren van FAIR-principes. Die zijn niet sexy maar wel essentieel. Het doel is om bij ieder beleidsvoorstel een data- en/of digitaliseringsparagraaf op te nemen.
Welk advies heb jij voor organisaties die met datagedreven werken aan de slag willen gaan?
De datastrategie van veel organisaties is vaak vooral een datamanagementstrategie. Daarin gaat het over waar data wordt opgeslagen en hoe dit op de juiste manier gebeurt. Daarmee blijft datagedreven werken vooral een ICT-onderwerp. Het moet juist ook gaan over de maatschappelijke vraagstukken met betrekking tot het verzamelen, ontsluiten en gebruiken van data. Denk daar dus aan bij het maken van een datastrategie.
Datagedreven werken is een veranderopgave en daarbij is het belangrijk om de intrinsieke motivatie van medewerkers te vinden. Een steun in de rug – zoals een netwerk, voorbeelden van andere organisaties en enthousiasme voor datagedreven werken bij het management – is hierbij heel erg welkom.
Meer weten?
Neem contact op met Gijs Schouwenburg: gijs.van.schouwenburg@ILenT.nl
Foto: Quintin van der Blonk