De Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv) regelt dat burgers en bedrijven hun zaken die ze met de overheid moeten doen, digitaal kunnen afhandelen. Zij krijgen daarmee het recht om officiële berichten, zoals aanvragen voor vergunningen en bezwaarschriften, elektronisch aan het bestuursorgaan te zenden. Daarnaast verbetert hun rechtspositie in het digitale contact met de overheid.
De mogelijkheid om per post met de overheid te communiceren blijft; de Awb geeft burgers en bedrijven de keuze tussen de papieren of de digitale weg.
Verbeteringen voor burgers
Er komt een zorgplicht voor ondersteuning bij alle communicatie met de overheid (ook niet elektronisch). De wet introduceert daarvoor een nieuwe verplichting in de Algemene Wet Bestuursrecht, artikel 2:1 eerste lid: “Een bestuursorgaan draagt zorg voor passende ondersteuning bij het verkeer met dat bestuursorgaan.” Ook een aantal andere bepalingen uit de Awb wordt gewijzigd.
Berichten áán de overheid
Wanneer het gaat om berichten áán de overheid regelt de wet de volgende zaken:
- Recht op het elektronisch inzenden van een bericht in het kader van een formele (wettelijk geregelde) procedure. Veel bestuursorganen openen alleen de mogelijkheid tot elektroniche communicatie als ze daar zelf gemak van hebben. De overheid bepaalt welke elektronische weg hiervoor wordt opengesteld (e-mail, webformulier, uploaden bestand)
- Verplichte ontvangstbevestiging van een elektronisch bericht aan de overheid. Hierdoor is een burger er zeker van dat de verzending is gelukt en heeft hij hiervan bewijs.
- Recht op afschrift van ingevoerde gegevens in een web-formulier. Nu kunnen burgers vaak niet meer nagaan wat ze hebben ingevuld. Dat verzwakt hun positie wanneer er hierover discussie ontstaat.
- Verbod op niet-verplichte gegevens afdwingen in een web-formulier. Nu is het voltooien van een elektronische aanvraag vaak alleen mogelijk indien ook antwoord wordt gegeven op vragen die niet nodig zijn voor de aanvraag.
- Verlengde indieningstermijn bij storing. Daarmee wordt voorkomen dat een burger buiten zijn schuld een termijn overschrijdt.
Bij berichten van de overheid in een berichtenbox
- Verplichte notificatie bij plaatsing van een bericht in een berichtenbox. Nu is het sturen van een notificatie niet verplicht en wordt van burgers verwacht dat ze uit zichzelf wekelijks hun berichtenbox raadplegen.
- Opnemen van essentiële informatie in een notificatie. Veel berichten zijn routinematig (bijvoorbeeld maandelijks over de studiefinanciering). Sommige berichten vereisen dat binnen een bepaalde termijn wordt gereageerd omdat anders sancties volgen. Aan de notificatie is dat nu niet te zien, waardoor berichten vaak ten onrechte ongelezen blijven. Voorgeschreven wordt dat een notificatie informatie over de aard en de rechtsgevolgen van het bericht moet vermelden en de reactietermijn.
- Langs andere weg contact opnemen als een notificatie niet kan worden bezorgd. Als een e-mailadres wijzigt (bijvoorbeeld bij overname van een provider) en iemand vergeet dit bij de berichtenbox te registreren, dan ontvangt hij geen notificaties meer. Als hierdoor berichten worden gemist, kan dit ernstige gevolgen hebben. Uit de wet volgt dat bij het meermaals niet aankomen van een notificatie contact moet worden opgenomen met de geadresseerde (schriftelijk, telefonisch) om een nieuw adres te verkrijgen.
- Bewijslast rond de ontvangst en de verzending met een berichtenbox berust bij het bestuursorgaan; de burger krijgt recht op afschrift van de loggegevens. Dit versterkt de positie van de burger bij een conflict over de vraag of een bericht wel of niet verstuurd is.