Op 21 maart heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel digitale overheid aangenomen. De Wet digitale overheid (Wdo) treedt op 1 juli 2023 gefaseerd in werking.
Deze wet is het eerste deel (‘tranche’) van de regelgeving voor de verdere digitalisering van de overheid. De eerste tranche gaat over hoe burgers en bedrijven veilig en betrouwbaar kunnen inloggen bij de (semi-)overheid. Burgers krijgen de mogelijkheid om naast DigiD ook gebruik te maken van private inlogmiddelen. Daarnaast bevat de wet regels over informatieveiligheid en privacy en het toepassen van open standaarden.
Wat verandert er door de Wdo?
De wet verplicht publieke dienstverleners om per dienst te bepalen welk betrouwbaarheidsniveau is vereist voor toegang tot hun digitale dienstverlening. Ook zijn zij verplicht de inlogmiddelen die de minister van BZK heeft toegelaten, te accepteren voor hun digitale diensten. Voor toelating moeten aanbieders van deze inlogmiddelen blijvend voldoen aan toelatingseisen. Dat geldt voor het publieke inlogmiddel DigiD en private middelen als eHerkenning, maar ook voor mogelijke nieuwe private inlogmiddelen voor burgers en bedrijven.
Voordelen
Deze veranderingen leveren een aantal voordelen op.
- Deze identificatiemiddelen geven publieke dienstverleners meer zekerheid over iemands identiteit.
- Ook zijn de gegevens van burgers beter beschermd.
- Bovendien hebben burgers en bedrijven straks een keuze uit meerdere inlogmiddelen.
Publieke dienstverleners moeten voldoen aan de verplichtingen in de Wdo zodra ze zijn aangesloten. Het aansluiten gebeurt de komende tijd in overleg met de dienstverleners, zodat rekening kan worden gehouden met de uitvoerbaarheid.
Meer informatie
- Meer over de Wet digitale overheid.
- Veelgestelde vragen van publieke dienstverleners met antwoorden.
- De Eerste Kamer publiceerde zelf dit nieuwsbericht.
- Hoe is de wet tot stand gekomen? Bekijk de tijdlijn van de Wet digitale overheid.