Verbindingen maken van de afzonderlijke basisregistraties één samenhangend stelsel. Daarmee zijn ze cruciaal voor de waarde van het stelsel voor afnemers. De meeste verbindingen ontstaan bij het registreren van een gebeurtenis. Denk aan het oprichten van een onderneming, aangifte doen van een geboorte, splitsen van een pand of het verwerken van een verhuizing.
Wat is een verbinding?
Gegevens staat niet op zichzelf maar zijn verbonden met andere gegevens. Verbindingen tussen gegevens vinden plaats met een uniek administratienummer (zoals het BSN), of met een x/y-coördinaat.
BSN
De meest bekende unieke sleutel van de overheid is het burgerservicenummer (BSN). Het is de sleutel voor natuurlijke personen. Wanneer een basisregistratie gegevens over een natuurlijke persoon bevat, dan neemt de bronhouder ook het BSN op. Zo zijn de gegevens uit twee registraties, die betrekking hebben op één natuurlijk persoon, met elkaar verbonden.
Wat leveren de verbindingen op?
Verbindingen maken het mogelijk om gegevens te combineren. Zo kunnen we dankzij een verbinding tussen de BRP en de BAG de gegevens van natuurlijke personen, adressen en gebouwen met elkaar combineren. En dankzij een verbinding tussen de BAG en de BGT kunnen we gegevens van panden op de grootschalige kaart plotten.
Het combineren van gegevens draagt bij aan de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Neem bijvoorbeeld de verbinding tussen BRP en BAG. Afnemers van de BRP krijgen BAG-id’s en adressen. Deze verbinding helpt afnemers onder meer bij het bestrijden van fraude, bij het maken van beter beleid, en bij het adequaat optreden in geval van rampen.
Welke soorten verbindingen onderscheiden we?
De verbindingen zijn niet allemaal gelijksoortig. We onderscheiden namelijk expliciete (administratieve) verbindingen en impliciete verbindingen.
Expliciete administratieve verbinding
Een expliciete administratieve verbinding is een relatie tussen twee basisregistraties op basis van een administratief kenmerk. Vaak is dit een uniek nummer. Voor ondernemingen is dit het KvK-nummer, voor burgers het BSN.
Impliciete verbinding
Bij een impliciete verbinding wordt er geen expliciete verwijzing opgenomen, maar beide basisregistraties hanteren hetzelfde gegevensdomein of eventueel verschillende gegevensdomeinen die in elkaar omgezet kunnen worden. Ook dan kunnen gegevens met elkaar in verband worden gebracht. Een voorbeeld is het hanteren van hetzelfde coördinatenstelsel of van coördinatenstelsels die in elkaar om te zetten zijn. Dit stelt afnemers in staat om met bijvoorbeeld GIS-software geometrische verbanden tussen gegevens uit verschillende basisregistraties te leggen; verbanden als ‘op dezelfde x,y coördinaten’ of ‘binnen een bepaalde afstand ten opzichte van elkaar’. Het leggen van verbanden op basis van datum en tijd is een ander voorbeeld hiervan.
Een uitgebreide beschrijving van de expliciete- en impliciete verbindingen staat in de stelselarchitectuur van het heden (NOA).
Wie is verantwoordelijk voor een specifieke verbinding?
De meeste verbindingen ontstaan bij het registreren van een gebeurtenis of bij wijzigen. Denk aan het oprichten van een onderneming, aangifte doen van een geboorte, splitsen van een pand of het verwerken van een verhuizing. Diegene die verantwoordelijk is voor dat registratieproces is dan wettelijk verplicht om een gegeven uit een andere basisregistratie te gebruiken, en daarmee verantwoordelijk voor het leggen van de juiste verbinding.
Zo is de afnemende registratie verplicht om bij de tenaamstelling van een voertuig (BRV) het BSN over te nemen uit de leverende registratie BRP.
Voorbeeld: RDW
Wat is de stand van zaken met de verbindingen?
Bruikbare verbindingen komen tot stand in twee stappen.
- Eerst koppelt een bronhouder de eigen gegevens aan die in een andere basisregistratie. We spreken ook wel over het leggen van een relatie. De bronhouder voldoet daarmee aan de wettelijke verplichting een gegeven over te nemen uit de leverende registratie. Treden daar wijzigingen in op, dan werkt de bronhouder de gegevens ook bij.
- Vervolgens levert de bronhouder de unieke identificatiesleutels door aan de afnemers. Dit maakt de verbinding daadwerkelijk bruikbaar voor de afnemer. De afnemer weet welke gegevens bij elkaar horen, en kan deze gegevens combineren.
Wat is de kwaliteit van de verbonden gegevens?
Een verbinding kan alleen worden gelegd als beide registraties dezelfde populatie omvatten. Zo hebben alleen de personen woonachtig in Nederland (ingeschreven in de BRP) een BAG-adres. Dat is omdat de BAG gaat over adressen in Nederland. De personen ingeschreven op een adres in het buitenland zijn dus niet verbonden met de BAG. Dit is een voorbeeld van een populatieverschil tussen BRP en BAG.
Alleen voor het deel van de gegevens dat zich laat koppelen, kunnen we spreken over de kwaliteit van de verbinding. Kwaliteit leggen we uiteen in volledigheid, juistheid en actualiteit. Deze zijn afhankelijk van verschillende factoren.
Bij gerede twijfel over de juistheid van een gegeven doet een afnemer een terugmelding. Dit gebeurt bij de registratie van wie het gegeven is verkregen. Gaat het om een gekoppeld gegeven, dan zal de bronhouder van de afnemende registratie controleren of hij de relatie goed heeft gelegd. Als dit nodig is zorgt hij voor een terugmelding aan de registratie waar hij het gegeven uit overnam. Het antwoord gaat via dezelfde weg weer terug.