Met de inwerkingtreding van de Wet digitale overheid worden overheden ook verplicht hun publiek toegankelijke websites te beveiligen met de open standaarden HTTPS en HSTS.
1. Wat wordt verplicht?
Het ‘Besluit beveiligde verbinding met overheidswebsites en -webapplicaties’ verplicht overheidsorganisaties om hun publiek toegankelijke websites te beveiligen met de open standaarden HTTPS en HSTS. Daarbij moet de configuratie van beide standaarden voldoen aan de in het besluit genoemde richtlijnen van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC).
2. Waarom deze verplichting? Wat hebben burgers en ondernemers eraan?
Gebruikers van overheidswebsites moeten erop kunnen vertrouwen dat informatie-uitwisseling vertrouwelijk verloopt. HTTPS en HSTS helpen daarbij. Deze beveiligingsstandaarden zorgen ervoor dat de verbinding met de website is versleuteld en dat de website daadwerkelijk hoort bij de gebruikte domeinnaam. Dit maakt het veel moeilijker voor kwaadwillenden om de informatie-uitwisseling tussen de burger/ondernemer en de overheidswebsite te onderscheppen oftewel ‘af te luisteren’.
3. Voor welke overheidswebsites geldt de verplichting?
De verplichting geldt voor zowel interactieve websites, al dan niet na inloggen, waarmee informatie wordt uitgewisseld met een bezoeker (bijvoorbeeld doormiddel van een applicatie of formulieren) als voor websites waar (statische) informatie wordt weergegeven. Webapplicaties en web application programming interfaces (web API’s) vallen dus ook onder deze verplichting.
Intranet sites die niet publiekelijk bereikbaar zijn vanaf internet, vallen buiten het toepassingsbereik van de verplichting. Dat wil overigens niet zeggen dat toepassing van de standaarden daar niet verstandig is.
4. Voor wie geldt de verplichting?
De verplichting tot toepassing van de standaarden geldt voor overheidsorganisaties die bestuursorgaan zijn als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht. Bij deze zogeheten a-bestuursorganen gaat het om de organen van de Staat (mits niet uitgezonderd), provincies, gemeenten, waterschappen en andere rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld.
5. Wat is de grondslag voor de verplichting?
De verplichting is vastgelegd in het “Besluit beveiligde verbinding met overheidswebsites en -webapplicaties”. De grondslag voor dit besluit is artikel 3, tweede lid, van de aangekondigde Wet digitale overheid op basis waarvan standaarden voor elektronisch verkeer kunnen worden aangewezen, die overheidsorganisaties verplicht moeten toepassen. De Wet digitale overheid is op dit moment in behandeling door de Eerste Kamer.
6. Wanneer gaat de verplichting in?
De verplichting van HTTPS en HSTS voor overheidswebsites zal naar verwachting ingaan kort nadat de Wet digitale overheid in werking is getreden. Dat is op 1 juli 2023.
7. Hoe kan je zien of een overheidswebsite voldoet aan de verplichting?
Een gebruiker ziet in zijn/haar webbrowser een slotje in de URL-balk naast de domeinnaam van de website, indien een website HTTPS ondersteunt. Het slotje zegt alleen nog niets over het gebruik van HSTS en de relevante NCSC-richtlijnen. Met de testtool Internet.nl kan eenieder testen of een overheidswebsite volledig voldoet aan de verplichting. Een website die voldoet moet slagen voor alle subtesten in de categorie ‘Beveiligde verbinding (HTTPS)’ van de websitetest. De categorie omvat ook testen voor HSTS en de richtlijnen van NCSC.
8. Hoe past deze verplichting bij reeds ingezet beleid?
Het verplicht voorschrijven van deze standaarden is een vervolg op ingezet beleid.
Sinds 2014 bestaat voor overheden een ‘aanschafverplichting’ voor de achterliggende TLS-standaard toen deze op advies van het Forum Standaardisatie werd geplaatst op de ‘pas toe of leg uit’-lijst met open standaarden. In 2017 volgden de HTTPS- en HSTS-standaard. Met de opname ontstond de verplichting voor overheidsorganisaties om bij de aanschaf van websites en webapplicaties deze standaarden te vereisen. Afwijken is alleen toegestaan bij zwaarwegende redenen en bovendien moet een overheidsorganisatie daarover uitleg geven in het jaarverslag.
Begin 2016 ontstond een eerste ‘gebruiksverplichting’ toen het Nationaal Beraad Digitale Overheid op advies van Forum Standaardisatie de overheidsbrede streefbeeldafspraak maakte om TLS (in de vorm van HTTPS) toe te passen bij alle overheidswebsites waarbij burgers en of bedrijven gegevens moet invoeren, of waarbij gegevens vooringevuld zijn. In februari 2017 zegde de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Tweede Kamer toe om de toepassing van de HTTPS-standaard bij overheidswebsites te verplichten.
Het Overheidsbreed Beleidsoverleg Digitale Overheid (OBDO) breidde begin 2018 de bestaande streefbeeldafspraak uit en bepaalde dat alle overheidswebsites HTTPS en HSTS moesten ondersteunen voor het einde van 2018 en dat deze conform de richtlijnen van het NCSC moesten zijn geconfigureerd.
9. Wat is het huidige gebruik onder overheidsorganisaties?
Forum Standaardisatie voert sinds 2016 periodieke metingen uit naar het gebruik van HTTPS en HSTS onder overheidsorganisaties inclusief de relevante NCSC-richtlijnen.
Uit de meting van maart 2019, korte tijd na afloop van de OBDO-streefbeeldafspraak, bleek dat het streefbeeld voor HTTPS en HSTS niet is gehaald. Bij 89% van de ongeveer 560 getoetste kern-overheidswebsites werd HTTPS gebruikt en geconfigureerd volgens de richtlijnen van het NCSC. 79% van de getoetste sites gebruikte HSTS.
In latere metingen is ook een grotere set van circa 2200 overheidsdomeinnamen gemeten. Daaruit blijkt dat de toepassingsgraad van HTTPS en HSTS buiten de kern-overheidswebsites lager ligt. Uit de laatste meting van september 2021 komt naar voren dat bij 70% van de websites van de uitgebreide set ‘HTTPS conform NCSC-richtlijnen’ is geconfigureerd en dat bij 63% HSTS wordt ondersteunt.
10. Hoe is de verplichting tot stand gekomen?
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft samen met Forum Standaardisatie het ontwerpbesluit ‘beveiligde verbinding met overheidswebsites en -webapplicaties’ opgesteld en zijn daarbij de vragen van het “Integraal Afwegingskader voor beleid en regelgeving” (IAK) beantwoord.
Het ontwerpbesluit is publiekelijk geconsulteerd van 2 september 2019 tot en met 20 oktober 2019. In totaal zijn 13 reacties binnengekomen. De noodzaak van het verplicht stellen van de standaarden HTTPS en HSTS werd door nagenoeg alle respondenten onderschreven. Over de ontvangen consultatie heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een verslag gepubliceerd.
11. Zegt de verplichting ook wat over het type TLS-certificaat dat moet worden gebruikt?
Het toepassen van HTTPS betekent dat partijen een TLS-certificaat moeten installeren op hun website. Het voorgenomen besluit schrijft geen specifiek type TLS-certificaat, zoals bijvoorbeeld van PKIoverheid, voor. Meer informatie over certificaten en de keuze van een certificaatleverancier vind je in de factsheet ‘PKIoverheid stopt met webcertificaten‘ van NCSC.
12. Worden andere beveiligingsstandaarden ook verplicht?
Naast HTTPS en HSTS zijn voor websites ook andere beveiligingsstandaarden, zoals DNSSEC, van belang. Daarnaast zijn er belangrijke beveiligingsstandaarden voor andere toepassingen, zoals DMARC en DANE voor e-mail. In de consultatie stelden ook verschillende respondenten voor om ook andere open standaarden te verplichten. Voor verschillende van deze standaarden bestaan reeds minder vergaande verplichtingen in de vorm van ‘pas toe of leg uit’ en ‘streefbeeldafspraken’. Nadat het voorgenomen besluit voor verplichte toepassing van de informatieveiligheidsstandaarden HTTPS en HSTS in werking is getreden, zal de regering zich beraden voor welke standaard(en) het opportuun is om ook een besluit tot verplichte toepassing te nemen.