Nederland staat in de top vier van de meest digitale landen van Europa, maar blijft ten opzichte van andere Europese landen achter als het gaat om de digitale dienstverlening voor ondernemers. Dit blijkt uit het Digital Economy and Society Index (DESI) rapport 2018, dat de Europese Unie eerder deze maand publiceerde.
Het rapport is opgebouwd uit vijf hoofdstukken die de Europese landen waarderen op basis van integratie en mate van connectiviteit, het menselijk kapitaal, internetgebruik, integratie van digitale techniek en digitale overheidsdiensten. Nederland staat ‘overall’ in deze ranglijst dus op de vierde plek. De koppositie is voor Denemarken, wat wordt gevolgd door Zweden en Finland.
Nederland heeft sneller progressie geboekt dan het EU-gemiddelde, presteerde in alle vijf DESI-hoofdstukken beter dan vorig jaar. Hiermee is het zelfs koploper als het gaat om connectiviteit en de hoogstaande digitale infrastructuur.
Achttiende positie
Hoewel Nederland de scores voor alle relevante parameters in het hoofdstuk Digitale Openbare Diensten heeft verbeterd en hierin met een zesde plaats ruim boven het EU-gemiddelde staat, is het rapport niet over alles wat Nederland presteert positief.
Nederland blijft volgens het rapport namelijk achter op het gebied van digitale openbare diensten voor binnenlandse en buitenlandse bedrijven. Met de beschikbaarheid en staat van deze digitale openbare diensten voor bedrijven wordt slechts de achttiende positie in Europa ingenomen.
De aanhoudend sterke prestatie van Nederland op het gebied van open overheidsgegevens is daarentegen weer bijzonder te noemen, met een score van 92 procent in 2017. Dit is een groei van dertien procent ten opzichte van 2016 op de Europese Open Data index, die het opengegevensbeleid, alsmede het gebruik, de “portal readiness” en de impact meet. Het Europees gemiddelde hiervan ligt op 73 procent en dus is Nederland ook in deze categorie toonaangevend. en dus is Nederland ook in deze categorie toonaangevend.