Vorige week publiceerde het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) de eerste Voortgangsrapportage van de Strategie Digitale Economie. Hierin staat de voortgang van het afgelopen jaar richting de geformuleerde doelen voor 2030. Er blijken op prominente onderdelen, zoals beschikbaarheid van snel internet, belangrijke resultaten te zijn geboekt. De Strategie Digitale Economie is in 2022 gepubliceerd en beschrijft hoe Nederland in 2030 de kansen van de digitale economie optimaal kan benutten. Dat betekent een weerbare, ondernemende, vernieuwende en duurzame digitale economie, waarin iedereen mee kan doen.
Lees de voortgangsreportage van oktober 2023.
5 pijlers
De belangrijkste beleidsuitdagingen en opgaven zijn in de Strategie Digitale Economie beschreven in 5 pijlers met duidelijke ambities en concrete acties:
- Versnellen digitalisering mkb;
- Stimuleren digitale innovatie en vaardigheden;
- Creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten en diensten;
- Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur;
- Versterken cybersecurity.
De plannen sluiten aan op het langetermijnbeleid van het Digitaal Decennium van de Europese Unie.
Aandachtspunten
Uit de voortgangsrapportage blijkt dat er al veel stappen zijn gezet, maar dat een aantal zaken extra inspanning vragen. Zo is het cybersecurity-bewustzijn vergroot, maar maakt met name de kleine mkb-cybersecurity nog geen onderdeel van de bedrijfsvoering. Daarnaast gaan technologische ontwikkelingen op gebieden als AI, datadelen en cloud zo snel. Nederland en de EU moeten hier aanvullend aandacht aan gaan besteden, om bij te blijven met de rest van de wereld.
Langetermijnbeleid
In de Kamerbief schrijft minister Adriaansens: “Voor het realiseren van succesvol langetermijnbeleid voor de digitale economie is het nodig dat we goed de staat van de digitale economie monitoren. Het monitoren van de uitvoering en van (tussentijdse) resultaten is noodzakelijk om vooruitgang in de digitale economie bij te houden en vast te stellen waar verdere inspanningen nodig zijn. In Europees verband doen we dat via de State of the Digital Decade, waarin de eerdere DESI-index is geïncorporeerd. Nationaal ben ik daarnaast een online omgeving aan het creëren voor de ‘Digitale Economie in Beeld’ met diverse indicatoren die een beeld geven van de staat van de digitale economie. Dit is een instrument om overzichtelijk relevante informatie op het vlak van de digitale economie samen te brengen en alle belanghebbenden te informeren over hoe de Nederlandse digitale economie ervoor staat en zich over de tijd op gezette indicatoren ontwikkelt. Meten waar we staan, kan ons helpen de komende jaren voortgang te boeken.”