D66 en PvdA willen dat burgers meer inzicht krijgen in wie wanneer inzage heeft gehad in hun persoonlijke gegevens in overheidsdatabases.
Minister Plasterk (BZK) wil nog niet inzetten op een centrale voorziening die zo’n melding regelt. Plasterk reageert in een brief naar de Tweede Kamer op de motie van Kamerlid Koşer Kaya (D66). In haar brief vraagt zij “er zorg voor te dragen dat burgers kunnen inzien welke gegevens door wie er vanuit overheidsdatabases opgevraagd zijn.”
Geen centrale voorziening
Plasterk zegt in de Kamerbrief te onderzoeken of verbeteringen van de huidige maatregelen nodig zijn. Het is volgens Plasterk te vroeg voor een centrale voorziening die automatische meldingen regelt. “Omdat dit een groot ICT-project wordt en vele vraagstukken oplevert ten aanzien van effecten op allerlei organisaties. Ik zet in op het ontsluiten van informatie via de organisaties die databases zelf beheren en daar waar mogelijk gebruik te maken van het portaal MijnOverheid.” Een systeem dat automatische notificaties naar burgers stuurt bij inzage van hun gegevens vraagt om “behoorlijke aanpassingen.”
Onderzoek
Het onderzoek moet inzicht geven in de behoefte van burgers aan een inzage- en correctiepunt van hun persoonlijke gegevens in overheidsdatabases én de voorwaarden waaronder een dergelijk punt kan functioneren. “Nogmaals benadruk ik dat dit een ingewikkelde en complexe materie is en dat de onderzoeken meer inzicht moeten geven. Een eventuele centrale voorziening is een groot en complex ICT-project waarbij honderden overheidsorganisaties betrokken zijn,” zo schrijft Plasterk.