De Rijksoverheid betaalt op tijd, maar ondernemers die zakendoen met gemeenten en grote bedrijven moeten aanzienlijk langer op betaling van hun factuur wachten. Dit schrijft minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in haar Kamerbrief over de jaarlijkse Monitor Betaaltermijnen Overheid, waarmee zij de Tweede Kamer informeert over het betaalgedrag van de Rijksoverheid, provincies en gemeenten. Adriaansens laat ook weten dat zij gaat onderzoeken hoe e-facturatie kan bijdragen aan snellere betaling.
Uit de Kamerbrief blijkt dat zowel grote bedrijven als gemeenten regelmatig de wettelijk toegestane termijn van 30 dagen overschrijden. Zo lag de gemiddelde betaaltermijn van grote bedrijven aan het mkb in 2022 tussen de 40 en 43 dagen. De Rijksoverheid betaalde in 2022 gemiddeld 96,1% van de ontvangen facturen binnen 30 dagen.
E-facturatie voor snellere betalingen
De minister wil snellere betalingen in het bedrijfsleven realiseren. Hiervoor wil ze ook inzicht krijgen in de mogelijkheden van e-facturatie. Ze gaat onder andere in gesprek met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), dat beleidsverantwoordelijk is voor het overheidsbrede implementatiebeleid van e-facturatie en e-procurement.
E-factureren levert tijdwinst op, volgens onderzoek dat BZK heeft laten doen. “Daarom vind ik het positief dat de minister van Economische Zaken en Klimaat onlangs in een Kamerbrief een verkenning naar e-factureren in het bedrijfsleven aankondigde”, aldus André Weimar. Hij is als CPO Rijk vanuit het ministerie van BZK verantwoordelijk voor de regie op de inkoop van de gehele Rijksoverheid. “Als Rijksoverheid willen we korte betaaltermijnen, ook bij medeoverheden en in het bedrijfsleven. E-factureren helpt daarbij.”
Digitaal zakendoen aanjagen
“Het Rijk loopt als grote inkoper voorop met e-factureren en de digitalisering van andere zakelijke transacties, zoals orders”, benadrukt Weimar. “Hiermee willen we als Rijksoverheid digitaal zakendoen in Nederland aanjagen, zowel bij medeoverheden als in het bedrijfsleven.”