De principes die de Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid verwoordt in haar rapport ‘Maak waar’ zijn glashelder. Maar het is erg jammer dat die principes niet worden vertaald in de aangeraden governance, stelt Larissa Zegveld, directeur KING, in haar blog op iBestuur.
Zegveld onderstreept de aanbevelingen in het rapport: het belang om beleid en uitvoering veel nauwer op elkaar te laten aansluiten bij de doorontwikkeling van de Generieke Digitale Infrastructuur, focus op op het realiseren van een samenhangende infrastructuur en dienstenontwikkeling en een jaarlijks te actualiseren uitvoeringsprogramma, waar ook medeoverheden en uitvoeringsorganisaties aan bijdragen.
De ministeriële commissie die de Studiegroep voorstelt bestaat uit vertegenwoordigers van de departementen. ‘Géén doorzettingsmacht, maar nog steeds een stoelendans tussen de ministeries van BZK, EZ en V&J. De voorgestelde governance ademt een Haagse sfeer: de departementen redeneren nog steeds vanuit zichzelf. Niet vanuit medeoverheden en uitvoeringsorganisaties en al helemaal niet vanuit de samenleving,’ schrijft ze.
Voor een effectieve governance is het nodig dat deze wordt belegd bij één departement en één bewindspersoon, aldus Zegveld. Die moet regelen dat de basis, de digitale infrastructuur van de overheid, werkt. Stap twee is om met àlle overheden, dus naast departementen ook provincies, waterschappen, gemeenten en uitvoeringsorganisaties, èn de samenleving de stap te zetten naar een digitale informatievoorziening voor de hele maatschappij. Deze manier van werken vraagt om een andere mindset, om een cultuuromslag bij de overheid. Zodat de overheid gaat redeneren vanuit de samenleving.