We zetten de mens centraal
Bij digitale inclusie gaat het niet alleen om het verbeteren van de digitale diensten. We richten ons op de mensen waar de diensten voor bedoeld zijn.
We hebben aandacht voor wat er al gebeurt
Er wordt al veel gedaan voor mensen die moeite hebben met digitalisering. Veel grote gemeenten krijgen geld van de rijksoverheid. Met dit geld zorgen zij ervoor dat er in alle gemeenten cursussen zijn. Zowel in grote als in kleine gemeenten. In de cursussen leren mensen lezen en schrijven, maar ze leren ook over digitalisering.
In bijvoorbeeld bibliotheken kun je gratis computers gebruiken. Bibliotheken organiseren ook cursussen en spreekuren voor mensen die moeite hebben met digitalisering. Ze werken hierbij veel samen met andere organisaties, zoals de Belastingdienst, Oefenen.nl en Digisterker. Bijvoorbeeld voor juridisch advies over wetten of regels. Samen helpen deze organisaties burgers met zaken als het aanvragen van toeslagen. Van bibliotheken horen we dat veel mensen nog steeds moeite hebben zelf zaken te regelen met de overheid. En dat ze hulp nodig hebben bij het omgaan met digitalisering.
We onderzoeken waarom mensen wel of niet meedoen
Veel organisaties doen hun best om mensen mee te laten doen in de digitale samenleving. Denk aan seniorenorganisaties (bijvoorbeeld SeniorWeb, KBO-PCOB), de Koninklijke Bibliotheek en Stichting Lezen & Schrijven. Zij kunnen helaas niet iedereen bereiken. Om meer mensen te bereiken, moeten we goed weten waarom iemand wel of niet meedoet aan de digitale samenleving. Dat kan allerlei redenen hebben die bij de persoonlijke situatie van iemand horen.
We gaan samen met andere ministeries en organisaties meer onderzoek doen.
Zo weten we beter hoe we mensen kunnen bereiken. Bij dit onderzoek gebruiken we bestaande kennis, bijvoorbeeld van het landelijke programma Tel mee met Taal. Maar ook van lokale programma’s zoals Dag!enDoen (www.dagendoen.nl). Ook kijken we naar de gevolgen voor ondernemers.
Meer samenwerking binnen de overheid
Digitalisering heeft invloed op heel veel onderwerpen, bijvoorbeeld onderwijs, sociale zaken en veiligheid. Het is belangrijk dat de overheid kiest voor één aanpak. Daarom maken we afspraken met andere ministeries, zoals OCW, VWS en SZW. Ook werken we samen met gemeenten en maatschappelijke organisaties, want zij hebben direct contact met verschillende (kwetsbare) doelgroepen.
Nieuw programma Tel mee met Taal 2020+
BZK doet vanaf 2019 mee met het programma Tel mee met Taal. Met dit programma helpen we mensen die hulp nodig hebben met lezen, schrijven én digitalisering. We geven in het nieuwe programma extra aandacht aan het omgaan met digitalisering. Het oude programma Tel mee met Taal loopt tot eind 2019. Vóór de zomer van 2019 informeren we u over de inhoud van het nieuwe programma. Die inhoud bepaal ik samen met mijn collega’s van de ministeries van OCW, VWS en SZW, gemeenten en de VNG.
We zetten meer taalambassadeurs in
Mensen die moeite hebben met digitalisering weten zelf vaak het beste wat ze nodig hebben. Taalambassadeurs zijn mensen die vroeger zelf moeite hadden met lezen en schrijven en daardoor ook met digitalisering. Door cursussen te volgen en te oefenen kunnen zij nu anderen helpen met hun eigen ervaringen. Mensen die ook moeite hebben met lezen, schrijven en digitalisering vinden het vaak fijn persoonlijke ervaringen te horen. Daarom willen we meer gebruik maken van taalambassadeurs.
We gebruiken de creativiteit van startups
Veel nieuwe, kleine bedrijven hebben creatieve manieren van werken. Deze bedrijven heten startups. We willen de ervaring van startups meer gebruiken. Dit doen we met ons programma ‘Startup in residence’. We vragen de startups bijvoorbeeld een manier te bedenken waarop mensen digitalisering niet eng, maar juist leuk vinden.
Netwerk met hulp vergroten en verbeteren
Mensen krijgen vaak hulp van bekenden als ze door een beperking, of door een andere (tijdelijke) reden hulp nodig hebben bij digitale diensten. Zij krijgen bijvoorbeeld hulp van familie of mensen uit de wijk. Deze groep bekenden noemen we het sociale netwerk. We gaan deze netwerken extra aandacht geven. Ook hebben we extra aandacht voor vrijwilligers. Zij moeten met al hun vragen terecht kunnen bij maatschappelijke organisaties in de buurt. Dan kunnen zij hun werk nog beter doen.
Bibliotheken krijgen een belangrijkere rol
We zorgen dat mensen nog beter geholpen worden in bibliotheken. Nu kun je al hulp krijgen bij het doen van belastingaangifte. Straks moeten mensen in bibliotheken ook informatie krijgen over bijvoorbeeld de digitale manieren om een uitkering of toeslag aan te vragen. Vijftien bibliotheken starten hier al mee in het begin van 2019. Andere bibliotheken volgen later.
Nieuwe samenwerkingen om meer mensen te bereiken
We proberen mensen die moeite hebben met digitalisering op nieuwe manieren te bereiken. Ook hiervoor gaan we nieuwe samenwerkingen aan. Om verschillende mensen te bereiken moeten we namelijk met verschillende organisaties samenwerken. Via de ouderenzorg bereiken we meer ouderen. Via werkgevers komen we te weten hoe we werknemers kunnen bereiken. En de Raad van Kinderen gaat in 2019 onderzoeken hoe het gezin waarin een kind leeft invloed heeft op wat een kind weet over digitalisering.
We starten experimenten
We willen dat mensen beter worden geholpen bij het omgaan met digitalisering. Om te weten wat goed werkt, moet je soms experimenten doen. Dat doen we de komende maanden bijvoorbeeld in Groningen. We doen dit samen met bedrijven daar in de buurt. In dit experiment kijken we vooral hoe we de rol van het gezin kunnen verbeteren. Want je leert meer van digitalisering als je gezin ermee bezig is.