Op 4 november 2022 werd de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren aan de Tweede Kamer aangeboden. Nu een jaar later maken we de balans op.
Vanuit een open dialoog met de samenleving, via inhoudelijke sessies met experts uit de wetenschap, het maatschappelijke middenveld en het bedrijfsleven en in verbinding met Europese en mondiale gremia. Een goed voorbeeld hiervan is de totstandkoming van de kabinetsbrede visie op generatieve AI. Burgers, wetenschappers, beleidsmakers en ondernemers hebben de tijd genomen om samen te bepalen hoe we ons als samenleving wensen te verhouden tot deze technologie. Of kijk naar de aanpak in de interbestuurlijke datastrategie die verder tot wasdom is gekomen. Van klimaat en logistiek, van het zorgdomein tot het natuurdomein: overal kan data worden gebruikt om ons land verder te helpen en te sturen op de beschikbaarheid en kwaliteit van voorzieningen. Tegelijkertijd is het belangrijk te zorgen dat data alleen op een verantwoorde manier wordt gedeeld. Om overheidsorganisaties hierbij te helpen is een adviesfunctie verantwoord datagebruik ingericht die ondersteunt bij het bepalen wat technisch kan, juridisch mag en ethisch wenselijk is. Ook is het federatief datastelsel uitgebouwd om partijen te helpen bij het verantwoord samenbrengen en uitwisselen van data uit verschillende bronnen.
Desinformatie
Een ander belangrijk thema waar de Werkagenda aandacht aan heeft geschonken is het verminderen van de invloed van desinformatie, bijvoorbeeld tijdens de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen. Desinformatie kan burgers bewust op het verkeerde been zetten en hun gedachtenvorming beïnvloeden. Het afgelopen jaar is gewerkt aan het meer weerbaar maken van burgers, aan het versterken van het maatschappelijk debat en het stimuleren van open source-alternatieven als Pol.is en Mastodon als digitale gemeenschapsgoederen. Ook is geïnvesteerd in Pubhubs en Public Spaces en is met NLNet en het SIDN fonds begonnen met het identificeren én stimuleren van betekenisvolle digitale gemeenschapsgoederen. Daarbij is regulering verscherpt, onder meer via de Digital Services Act. Inmiddels gelden voor de 19 grootste platforms en zoekmachines, zoals Apple, YouTube, Meta, X, AliExpress en Booking.com, strengere verplichtingen.
Weerbaarheid ontstaat ook vanuit voldoende digitale vaardigheden. Veel kinderen en volwassenen hebben moeite om bewust, kritisch en actief om te gaan met digitale media. En ook ondernemers en werknemers vinden het soms nog lastig om adequaat te reageren op digitale kansen en risico’s. Via de Werkagenda trekken publieke, maatschappelijke én private sectoren daarom samen op om iedereen die digitaal onvoldoende is toegerust te ondersteunen. Bijvoorbeeld door met de VNG en de Alliantie Digitaal Samenleven centrale informatiepunten in te richten waar burgers terecht kunnen met al hun vragen. Ook is het leeraanbod vergroot, en is hierbij ook aandacht geschonken aan meer informele manieren van leren op het moment en de plek waar het uitkomt. Tenslotte zijn er online hulpmiddelen ontwikkeld zoals de DigiHandig app, die te gebruiken is op de smartphone.
Borgen van mensenrechten
Om het vertrouwen in digitalisering te vergroten is aandacht geschonken aan het borgen van mensenrechten in digitalisering. Zo helpt de mensenrechtentoets (IAMA) bij discussie en besluitvorming rondom de inzet van algoritmen door overheidsorganen. Specifiek voor kinderen is een kinderrechtentoets ontwikkeld en Europees is het Better Internet for Kids beschikbaar gekomen. Door een norm te stellen en hulpmiddelen te geven om die norm te toetsen krijgt waardengedreven digitalisering vorm. Vertrouwen komt ook voort uit het gevoel regie te hebben op alle ontwikkelingen en besluiten. Daarom is er online een overzicht gerealiseerd waar burgers kunnen zien op welke wijze een overheidsbesluit tot stand is gekomen en welke gegevens daarvoor zijn gebruikt. Uiteindelijk zullen alle ruim 600 overheidsbesluiten inzichtelijk worden gemaakt op de website gegevensbijbesluiten.overheid.nl. Ook kunnen burgers via MijnOverheid.nl inzien welke gegevens de overheid het meest gebruikt en welke organisaties een melding krijgen als persoonsgegevens in de Basisregistratie Personen wijzigen, bijvoorbeeld bij een verhuizing.
Verbeteren van dienstverlening
De Werkagenda heeft ook aandacht geschonken aan het verbeteren van dienstverlening. Zo is MijnZaken gerealiseerd en getoetst in 6 gemeenten: een gebruiksvriendelijke track & trace service die inwoners, ondernemers en medewerkers van de gemeenten inzicht geeft in de status van een aanvraag van een product of een dienst. Dit verbetert de dienstverlening en voorkomt onnodige contacten. Ook is dienstverlening verbeterd en meer toegespitst op de behoeften van specifieke levensgebeurtenissen als 18 jaar worden of het starten van een onderneming. In de komende periode worden meer levensgebeurtenissen gebruikt om dienstverlening te verbeteren.
Belangrijk bij deze dienstverlening is het gemak waarmee burgers en ondernemers kunnen bewijzen dat ze zijn wie ze zijn. De Wet digitale overheid regelt dat burgers en bedrijven veilig en betrouwbaar kunnen inloggen bij de (semi-)overheid. Mensen hebben onder deze wet een keuze qua inlogmiddel. Om dit palet verder uit te breiden is gestart met het ontwikkelen van een eerste prototype van een open source digitale identiteitswallet waarmee een gebruiker straks ook kan inloggen en gegevens kan delen. Op het vlak van identiteit is verder gewerkt aan de mogelijkheden om leeftijd te kunnen verifiëren. Het stappenplan bevat een set aan (minimale) eisen die gesteld moeten worden aan een dergelijk systeem. Dit helpt ontwikkelaars van online producten en diensten om dit te integreren in hun dienstverlening. In de komende periode wordt het stappenplan in een concrete casus getoetst. Daarnaast wordt gekeken of de eisen opgenomen kunnen worden in internationale normering, zoals NEN of ISO.
Privacy en gegevensbescherming
Uiteraard wordt bij dit soort ontwikkelingen scherp gelet op privacy en gegevensbescherming. EU wet- en regelgeving, zoals de Algemene verordening gegevensbescherming, geeft een solide basis voor de bescherming van privacy online. De naleving van wet-regelgeving is voor de overheid een zeer belangrijke opgave, juist omdat de overheid hierin het goede voorbeeld dient te geven. De complexiteit van deze regelgeving kan echter ook leiden tot terughoudendheid bij gegevensdeling, ook in gevallen waarin het delen van gegevens rechtmatig en wenselijk is. Ook dit vraagstuk wordt in de Werkagenda geadresseerd.
Versterken van de digitale veiligheid en weerbaarheid
In een tijd waarin de wereld om ons heen onrustig is, is veiligheid van doorslaggevend belang. Met de Cybersecurity strategie van JenV als leidend instrument is gewerkt aan het versterken van de digitale veiligheid en weerbaarheid. Zo is met de Herziening Europese Richtlijn Netwerk- en Informatiebeveiliging de basisnorm voor organisaties verhoogd. Tegelijkertijd is gewerkt aan passende ondersteuning. Bijvoorbeeld door instrumenten te realiseren die overheidsorganisaties helpen bij het veilig inkopen van ICT-producten en -diensten en door een overheidsbrede aanpak voor red teaming te ontwikkelen om zwakke plekken in de infrastructuur zo snel mogelijk te ontdekken. Om burgers te helpen valse websites snel te onderscheiden van echte overheidswebsites is gewerkt aan één beveiligde overheidsextensie. Daarnaast is gekeken naar de impact van nieuwe technologieën als Quantum Computing. Meer rekenkracht betekent wellicht dat de huidige manieren van cryptografie herzien moeten worden. Het is zaak hier tijdig op voorbereid te zijn.
Op orde brengen van de gegevens- en informatiehuishouding
In het afgelopen jaar is ook gewerkt aan het verder op orde brengen van de gegevens- en informatiehuishouding van het Rijk. Het is onomstreden dat informatie een wezenlijke grondstof is voor de werking van ons overheidsapparaat en vitaal is voor verantwoording in onze democratie. Er mag dus geen informatie kwijt zijn en ook geen twijfel bestaan over de juistheid en echtheid daarvan. Departementen, gemeenten, provincies en waterschappen werken hard aan het verbeteren van de informatiehuishouding voor openbaarheid van bestuur. Het kabinet heeft dat verder aangescherpt met concrete eisen aan de informatievoorziening naar de Tweede Kamer. Zo worden onder meer bij alle stukken gericht aan het parlement ook de onderliggende ‘beslisnota’s’ meegestuurd. Er is een Regeringscommissaris Informatiehuishouding aangesteld die de rijksbrede veranderopgave in kaart brengt en aanspoort. En er is een Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding aangesteld dat monitort, bemiddelt en gevraagd en ongevraagd adviseert.
Caribisch Nederland
In Caribisch Nederland is gewerkt aan het versterken van voorzieningen zodat burgers en bedrijven op een volwaardig niveau mee kunnen doen. Zo is geregeld dat studenten uit Caribische Nederlandse eilanden en de Landen een burgerservicenummer kunnen krijgen voordat ze in Nederland komen studeren en is er een wetsvoorstel in consultatie geweest dat regelt dat alle inwoners van Caribisch Nederland een burgerservicenummer krijgen. Dit maakt het mogelijk om later meer digitale overheidsdiensten beschikbaar te maken, zoals DigiD. Daarnaast is gekeken hoe basisvoorzieningen als beschikbaar, betaalbaar en stabiel internet verbeterd kunnen worden en hoe de toegang tot het online domein kan worden vergroot, ook voor mensen die thuis geen voorzieningen hebben.
Waardengedreven digitaliseren heeft tenslotte een Europese en mondiale component. Nederland wordt internationaal gewaardeerd. Onze manier van waardengedreven digitalisering beklijft in de EU en bij internationale organisaties als de VN, OESO, UNESCO, Raad van Europa en G20/G7. Nederland is een voorbeeld van hoe je samen met Big Tech kunt optrekken en hen toch bij de les houdt. Daarnaast wordt de Nederlandse inzet gebruikt om EU-wetgeving als AI-Act, de Digital Services Act (DSA) en de Digital Market Act (DMA) aan te scherpen. Tenslotte is Nederland in 2024 opnieuw voorzitter van de Freedom Online Coalition. Een coalitie die zorgt dat kwesties op het gebied van internetvrijheid en mensenrechten op de internationale beleidsagenda blijven staan.
En nu doorpakken in 2024
Ontwikkelingen in het digitale domein volgen elkaar snel op. Daarom is met de Tweede Kamer afgesproken om de Werkagenda jaarlijks te actualiseren. Deze Geactualiseerde Werkagenda is hiervan het resultaat. De ambitie blijft gelijk, net zoals dat geldt voor de manier van samenwerken met burgers, bedrijven, wetenschappers en maatschappelijke organisaties: in Nederland, Europa en daarbuiten. We laten niemand achter, zorgen dat er vertrouwen blijft in de digitale ontwikkelingen en geven iedereen de regie over het eigen digitale leven. Tegelijkertijd zijn doelen en activiteiten aangescherpt:
- Allereerst omdat doelen zijn behaald. Bij elke prioriteit wordt aangegeven welke resultaten in 2023 zijn gerealiseerd.
- Aanscherping volgt ook uit een beter zicht op wat nodig is om doelstellingen te realiseren. Een goed voorbeeld is spoor 5 gericht op Caribisch Nederland. Hier is door de samenwerking met de lokale partijen veel beter duidelijk geworden waar behoeftes, kansen en risico’s liggen. Activiteiten zijn hierop aangepast, tevens is een extra prioriteit toegevoegd om duidelijker onderscheid te maken in ambities. Of kijk naar de beïnvloeding van internationale gremia en de inbreng in de totstandkoming van EU-regelgeving. Dat wordt in deze Werkagenda duidelijker gescheiden van de implementatie van (EU) regelgeving. In plaats van één prioriteit zijn er nu 2 prioriteiten benoemd.
- Actualisatie kan tenslotte ook voorkomen omdat een ontwikkeling veel dominanter is geworden. Het meest duidelijke voorbeeld hiervan is generatieve AI en de kansen en risico’s die dit met zich meebrengt. Deze Agenda legt om die reden meer nadruk op AI.
De 5 sporen blijven leidend. Daarbinnen zijn 17 prioriteiten benoemd waarbinnen waardengedreven digitalisering verder vorm krijgt. Bij de realisatie van doelstellingen is uitvoerbaarheid en financiële dekking belangrijk. Hierbij wordt de volgende aanpak gehanteerd:
- Bij bestaande initiatieven geldt dat dit wordt gedekt vanuit de daarvoor bestemde budgetten op de departementale begrotingen. De uitvoeringsconsequenties van versnelling van bestaande initiatieven worden eerst getoetst, inclusief de impact op bestaande activiteiten en middelen.
- Eventuele financiële gevolgen van beleid, dat voortvloeit uit EU-regelgeving, dienen te worden ingepast conform de regels van de budgetdiscipline.
- Voor ontwikkeling van nieuw beleid waarvoor het ministerie van BZK eerstverantwoordelijke is, zal het ministerie van BZK waar nodig herprioriteren op haar begroting. Nieuwe initiatieven worden nog getoetst op uitvoeringsconsequenties, inclusief de impact op bestaande activiteiten en middelen en mogelijke fasering.
- Eventueel wordt bezien of beroep gedaan kan worden op EU-fondsen of dat er (met private partijen) voorstellen worden ingediend bij het Nationaal Groeifonds.