‘De lessen die geleerd worden uit de Operatie Basisregistratie Personen (oBRP) moeten niet alleen op de Basisregistratie Personen (BRP) worden toegepast maar ook worden besproken in de bredere context van het ministerie en de Rijksoverheid’. Dat schrijft staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), aan de Tweede Kamer in de reactie op het rapport ‘Niet te stoppen’ van de commissie BRP.
Na het stopzetten van de oBRPin juli 2017, kreeg deze commissie de opdracht om de Operatie te evalueren.
Geleerde lessen
- De politiek-bestuurlijke realiteit en de technische realiteit schuurden met elkaar. Om die reden zet BZK in op versterking van ICT-kennis op het ministerie.
- Beter bewaken van de rollen en verantwoordelijkheden tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Dat kan door onder meer de inrichting van een programmadirectie voor bepaalde ICT-projecten.
- De doorlooptijd van ICT-ontwikkeling moet zoveel mogelijk worden beperkt door in kleine en beheersbare stappen naar een einddoel toe te werken.
- Periodiek evalueren van projecten waarbij de kosten aan de tussentijds geleverde producten worden gekoppeld. Zodoende kan er bepaald worden om te stoppen of om juist door te gaan.
Toekomst
Het ministerie onderzoekt de komende periode hoe de BRP-voorzieningen stap voor stap doorontwikkeld kunnen worden om ook in de toekomst aan de behoeften van de gebruikers te blijven voldoen. Nog voor de zomer informeert de staatssecretaris de Tweede Kamer op welke wijze hij samen met gebruikers van de BRP en de VNG namens de gemeenten tot een plan wil komen voor de toekomst en hoe de lessen van de commissie BRP daarin worden betrokken.