De digitale wereld levert een waardevolle bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen, maar digitalisering brengt ook risico’s met zich mee. Denk aan cyberpesten, blootstelling aan schadelijke content, nepnieuws en gameverslaving. Daarom zet de overheid zich in om kinderen te beschermen tegen online gevaren.
Noor Huijboom is teamcoördinator bij de directie Digitale Samenleving (DS), onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Haar team houdt zich onder andere bezig met de plannen uit de Werkagenda rondom kinderrechten in de onlinewereld. “Vooropgesteld, de digitale wereld biedt kinderen heel veel. Het is een plek om te leren, spelletjes te spelen en waar vaardigheden worden ontwikkeld. Dat moeten we behouden. Tegelijkertijd zijn we ons bewust van de gevaren, zoals schadelijke content waarmee ze in aanraking komen, privacy schendingen en nepnieuws. Het Information Commissioner´s Office van het Verenigd Koninkrijk kwam in 2020 met richtlijnen voor ontwikkelaars van kinderonlinediensten, de Age appropriate design code. Naar aanleiding van dit Engelse initiatief hebben wij in 2021 de Code kinderrechten opgesteld. Sindsdien staat het borgen van kinderrechten in de digitale wereld steeds steviger op de overheidsagenda.”
3 sporen
Huijboom: “Onze maatregelen ter bescherming van online kinderrechten richten zich op 3 sporen: wetgeving, beleid en toezicht.”
-
- Wetgeving
“Bedrijven moeten zich aan bepaalde wetten houden bij het aanbieden van onlineproducten en diensten voor kinderen. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is een belangrijke wet als het gaat om de bescherming van persoonsgegevens. Daar zijn andere wetten bijgekomen, zoals de Digital Services Act (DSA). Hierdoor zijn minderjarigen straks extra beschermd tegen gepersonaliseerde advertenties. Binnenkort komt de AI Act hierbij. Deze wet is erop gericht om fundamentele rechten te borgen bij de inzet van artificiële intelligentie. Die wetten hebben het doel om mensenrechten goed te beschermen, die van kinderen en volwassenen.” - Beleid
“Ook maken we beleid. Dat kunnen instrumenten zijn voor bedrijven die onlinediensten voor kinderen ontwikkelen. Zo is het Kinderrechten Impact Assessments (KIA) uitgebracht. Dit brengt de kansen en risico´s van digitale producten voor kinderrechten in kaart. Daarnaast ontwikkelen we instrumenten die zich richten op kinderen en ouders. Zo werken we samen met Considerati aan een Kinderrechten Beeldmerk. Dat beeldmerk geeft jongeren en ouders informatie over de risico’s van een onlineproduct of dienst”. - Toezicht
“Het is belangrijk dat de regels worden gehandhaafd. Het toezicht op de bescherming van kinderrechten in de digitale wereld is verdeeld over verschillende toezichthouders. Je hebt bijvoorbeeld de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) als het gaat om de bescherming van persoonsgegevens en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) als het gaat om het kind als consument. Het Commissariaat voor de Media gaat over schadelijke content. En zo zijn er nog meer toezichthouders betrokken. Die versnippering zorgt ervoor dat niemand het totale overzicht heeft. Als het overzicht mist, kunnen er gaten vallen in het toezichthouderlandschap. We zijn met de verschillende toezichthouders en departementen aan het kijken hoe we het toezichthouderlandschap op dit punt kunnen versterken.”
- Wetgeving
Meer aandacht voor online kinderrechten
Eén van de maatregelen is het weren van mobiele telefoons uit klassen in het voortgezet onderwijs. En het Kinderrechten Impact Assessments (KIA) maakt voor bedrijven en ontwikkelaars van digitale producten de kansen en risico´s van hun product voor kinderrechten inzichtelijk. Hoe wordt op dit soort maatregelen gereageerd? Huijboom: “Wetenschappers zijn blij met de aandacht van de overheid. Het Trimbos-instituut signaleert al jaren problemen die gerelateerd zijn aan de digitale wereld. Het maatschappelijk middenveld zoekt verbinding met ons, zo is met UNICEF een jongerenpanel samengesteld; de Jongerenraad Digitalisering. Ouders die we spreken geven aan het fijn te vinden dat de overheid aandacht heeft voor dit onderwerp. Sommigen geven aan de digitale wereld ingewikkeld te vinden en staan open voor hulp en richtlijnen. Kort door de bocht: veel partijen zijn blij met acties. Sommige bedrijven vinden het lastig, omdat maatregelen kunnen indruisen tegen hun verdienmodel.”
Publiekscampagne
Ondertussen neemt de schermtijd van kinderen toe, zitten 8-jarigen op TikTok en ervaren jongeren stress door social mediagebruik. Hoe worden ouders bij deze problematiek betrokken? Huijboom: “Op dit momenten werken we aan een grote multimediale publiekscampagne. Doel van de campagne is om ouders, kinderen en jongeren wakker te schudden. De digitale wereld is niet alleen maar leuk. Houd je digitale gezondheid en welzijn in de gaten. Wat moeten kinderen doen als ze iets negatiefs tegenkomen? Hoe herkennen ouders problematisch onlinegedrag bij hun tiener? De campagne informeert en geeft concrete tips. Het is de bedoeling dat het een meerjarige communicatie is, waarbij steeds aandacht is voor een specifiek thema. Bijvoorbeeld schadelijke content, cyberpesten of verslavingstechnieken. Deze wordt in het najaar van 2024 gelanceerd. Binnen mijn team zijn we er wel over uit: we moeten kinderen in de digitale wereld beter beschermen.”