Staatssecretaris Knops zit nu ruim anderhalf jaar op zijn post bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Reden voor VNG Magazine om hem te interviewen.
Een van zijn missies is de mogelijkheden van de nieuwe technologie benutten om Nederland vooruit te brengen. Daar wil de staatssecretaris iedereen in meenemen. Als officier heeft hij geleerd: ‘Leave no man behind’. Een gesprek over onder anderen zijn digitale agenda.
Grondrechten
In de Agenda Digitale Overheid, NL DIGIbeter, waarvoor Knops verantwoordelijk is, staat dat Nederland de komende jaren ‘veilig, snel en betrouwbaar’ diensten wil verlenen en maatschappelijke vraagstukken aanpakken, ‘met voortdurende aandacht voor grondrechten en publieke waarden’.
Steeds meer digitaal communiceren
In Nederland communiceren we steeds meer digitaal. Dat heeft een grote invloed op het leven van iedereen. Technologie kan ons land klaarmaken voor de toekomst. Het biedt kansen. Maar voor veel mensen gaan de ontwikkelingen erg snel. Daar moeten we rekening mee houden. We gaan ervoor zorgen dat iedereen mee kan doen in de digitale samenleving. Ook de mensen die extra hulp nodig hebben.
Eenvoudig taalgebruik
Zo begint de kamerbrief over ‘digitale inclusie’ die staatssecretaris Raymond Knops eind vorig jaar naar de Tweede Kamer stuurde. Korte zinnen, geen moeilijke woorden en zo weinig mogelijk jargon. Hij wil dat eenvoudig taalgebruik de standaard wordt bij de overheid. 80 procent van de mensen moet ze direct kunnen begrijpen. De brief kwam tot stand met hulp van ervaringsdeskundigen die zelf laaggeletterd zijn of waren. Knops liet zijn ‘inclusiebrief’, voor hij hem verstuurde, ook door zijn twaalfjarige zoon lezen. Die begreep ’m, waarna Knops op de zendknop durfde te drukken.
Veel jargon
Toen de staatssecretaris bij BZK aantrad, kwam hij terecht in ontzettend veel jargon. De kasten lagen vol met mislukte of financieel uit de hand gelopen ICT-projecten. Daar stond hij dan, als de nieuwe bewindsman die verantwoordelijk werd voor de digitale overheid.
Knops weigerde er met een grote boog omheen te lopen. ‘Het imago van de overheid op ICT-gebied is belabberd, maar daarmee ook een uitdaging.’ Overigens, zegt hij ter relativering, in het bedrijfsleven gaat óók veel fout maar daar hoort niemand van omdat het niet, zoals de overheid, onder een vergrootglas ligt. Niettemin, niets doen is geen optie. ‘We moeten dóór. Dat verwachten de mensen van ons. Want je wilt niet dat de mensen geen gebruik meer maken van onze diensten omdat we het voor hen te moeilijk maken.’
Inclusie
De Nationale ombudsman was kritisch in zijn jaarverslag. Protocollen staan goede dienstverlening in de weg, diensten worden verder weg van de inwoners georganiseerd, loketten verdwijnen en het wordt steeds moeilijker om een echt mens aan de lijn te krijgen.
‘Daarom is ons actieplan er ook echt een van inclusie. Digitale dienstverlening moet zo eenvoudig in het gebruik worden, dat de drempel voor mensen die laaggeletterd of digitaal niet vaardig zijn, lager wordt. Daarbij moeten we leren van bedrijven, hun klanten zijn dezelfde mensen als onze burgers. Belangrijk is om samen te werken met bedrijven om mensen te bereiken en te bedienen. De angst van mensen is dat ze in problemen komen zodra ze de computer aanzetten, dit kunnen we voor een groot deel wegnemen. Maar we kunnen niemand dwingen mee te gaan in de digitale ontwikkeling. Mensen aan hun lot overlaten, doet de overheid echter ook niet.
Toon lef, durf te experimenteren
Als we de overheid willen verbeteren, is leiderschap nodig, en durf. De staatssecretaris probeert voor zichzelf altijd de essentie eruit te halen. ‘Waar gaat het nu echt om, hoe leg ik het de mensen uit?’ Om mensen mee te krijgen, moet je duidelijk communiceren en van gebaande paden durven afwijken.
‘Waar het om gaat is, dat je als bestuurder een besluit moet durven nemen. Besluitvaardigheid is een van de belangrijkste opdrachten voor de overheid. We denken nu nog te vaak: als het moeilijk is, doen we het maar even niet.’
Fouten maken
De VNG wil met het kennisnetwerk Smart Society een bijdrage leveren aan de digitale agenda. Het is van belang dat alle overheidslagen hierin gezamenlijk optrekken. Knops wil gemeenten de ruimte bieden om te experimenteren. ‘Daarbij worden fouten gemaakt. Dat is niet erg, want anders is er geen ruimte om dingen te proberen. Soms kan het zich in de raadzaal verengen tot de vraag of een wethouder wel of niet moet aftreden omdat er dingen fout zijn gegaan. Openheid en transparantie over de risico’s is van essentieel belang. Hierdoor kan veel ellende voorkomen worden. Het zou goed zijn als gemeenten afstemmen “wie doet wat”. Want wat zeker níét slim is, is fouten maken die anderen ook al gemaakt hebben.’
Lees het volledige interview in VNG Magazine.