Hoe komen we tot overheidsbrede principes om effectief en verantwoord met data om te gaan? Die vraag stond centraal tijdens de sessie van de directie Informatiesamenleving en Overheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), op 21 maart tijdens de Conferentie Nederland Digitaal. Na twee inspirerende pitches was het de beurt aan de ruim 70 aanwezigen om mee te praten over omgaan met data.
Overheidsbrede principes?
Marieke Wallenburg – directeur-generaal Overheidsorganisatie en tevens moderator van de sessie – meldt tijdens haar opening trots dat de Data Agenda Overheid is vastgesteld in de ministerraad. Deze Nationale Data Agenda kondigt overheidsbrede principes aan voor het verantwoord omgaan met data. Voor de overheid is publieke waarde van groot belang: maar hoe vertalen we die naar principes? Gemeenten en de Europese Unie zijn daar vaak al verder mee. Wat kunnen we daarvan leren?
Common Ground
Raymond Alexander (lid managementteam VNG Realisatie) trapt af met een pitch over Common Ground. Overheden werken te weinig samen op het gebied van informatiehuishouding. Common Ground is een nieuwe, moderne ICT-infrastructuur voor de uitwisseling van data.
Waarom is Common Ground belangrijk? De situatie bij gemeenten is nu als volgt: er zijn gemiddeld 400 applicaties, waarin alle informatie zit opgesloten in zogenaamde silo’s. En dat is onwerkbaar. “We willen toe naar een situatie waarin we gegevens ontdubbeld kunnen gebruiken en verwerken.”
Bekijk ook deze animatie over Common Ground.
Principes in plaats van dichtgetimmerde regels
De tweede pitch van Olha Bondarenko (strategisch adviseur, gemeente Eindhoven) gaat over de data afspraken van de gemeente Eindhoven. Zo’n vijf jaar geleden begon deze gemeente met het maken van afspraken rondom digitalisering in de openbare ruimte. De gemeente wil niet alle afspraken dichttimmeren, zodat bijvoorbeeld kennisinstellingen ook iets met data kunnen. Samen met de gemeente Amsterdam stelden ze vier hoofdprincipes op voor het gebruik van de digitale infrastructuur. “Het is belangrijk om deze principes te hebben, zodat bijvoorbeeld bedrijven weten wat wel en niet kan in de openbare ruimte.” De principes worden nu verder uitgewerkt met onder andere VNG, het ministerie van BZK, Kadaster, de Europese Unie en Brabantstad.
Verantwoord data gebruik
Aan de hand van twee stellingen gaan aanwezigen verder in gesprek over overheidsbrede principes. De stelling ‘Verantwoord data gebruik begint bij het helder formuleren van de gebruikersbehoeften en publieke waarden’, roept uiteenlopende reacties op. Zo wil allereerst iemand weten hoe je die gebruikersbehoeften ophaalt? Zijn advies is om hiervoor ‘naar buiten te gaan’ en in gesprek te gaan met inwoners. Daarnaast wijst iemand op het feit dat veel collega’s nog niet het bewustzijn hebben dat bepaalde vraagstukken niet meer in de traditionele sfeer op te lossen zijn. Het is belangrijk om collega’s goed te informeren. Het is in dat kader ook van belang om de juiste mensen te betrekken voordat je keuzes maakt. Zeker als het gaat om het vertalen van technische keuzes. Daarnaast is goede data governance essentieel. Wie is eigenaar en wie heeft de regie?
Maximaal transparant
Als reactie op de stelling ‘Om het vertrouwen in de overheid te waarborgen moet de overheid maximaal transparant zijn over alle data die ze verzamelt en gebruikt’, schudt iemand hard ‘nee’. Hij vindt dat er overheidstaken zijn, van bijvoorbeeld veiligheidsdiensten, die niet maximaal transparant kunnen zijn. Maar ook hier zijn oplossingen voor. Bouw bijvoorbeeld een ‘kluisje’ in tussen de data en de gebruiker. Met een controlemechanisme kan de data gebruikt worden zonder dat je weet welke personen erachter zitten.
Een van de aanwezigen geeft aan dat het vooral belangrijk is dat “de overheid maximaal transparant is over hoe zij het gebruik van data geregeld heeft”. Ook vraagt iemand aandacht voor de begrippen transparant en open. “Open en transparant zijn twee verschillende begrippen, nuances hierin zijn belangrijk.”
Samen aan de slag
Hoe gaan we nu verder? Na een levendige discussie concludeert Marieke van Wallenburg dat het ministerie van BZK, samen met haar partners, met de volgende aandachtspunten en ideeën uit de zaal aan de slag gaat:
- Wat is verantwoord gebruik van data?
- Wees genuanceerd in wat bedoeld wordt met open en transparant. En ook in open en transparant naar wie.
- Denk goed na over data governance: wie is eigenaar en wie heeft regie? Het is goed om daar iets voor te ontwikkelen.
- We weten dat de maatschappelijke vraag belangrijk is, maar we weten op het gebied van data nog niet goed hoe we inwoners kunnen betrekken.
- Zorg dat kennis over verantwoord omgaan met data zowel bij (overheids)collega’s als inwoners aanwezig is.
Eind dit jaar wil het ministerie van BZK de overheidsbrede principes vaststellen en naar de Tweede Kamer sturen. Het ministerie sluit zoveel mogelijk aan bij bestaande trajecten waarin al wordt nagedacht over de spelregels die nodig zijn om de snelle digitalisering van de samenleving in goede banen te leiden. Het is nu vooral belangrijk om concreet te worden: oké leuk die principes, maar wat betekent dat nu eigenlijk voor inwoners en voor bestuurders en ambtenaren van verschillende overheden?