9 oktober vonden bijna 1.000 bezoekers hun weg naar de Jaarbeurs in Utrecht om zich te laten bijpraten over ontwikkelingen in datagedreven overheid, veilige overheid & samenleving en informatiestrategie. Samen op weg naar een slimmere overheid. Een impressie van de congresdag.
Met een keuze uit tientallen workshops, best practices en ronde tafels, was het aanbod groot. Bezoekers haalden uit de verhalen de punten die ze konden gebruiken in hun eigen organisatie, in visies, toekomstbeelden en aanpakken. Daarnaast was er een informatiemarkt, met stands van onder andere het ministerie van BZK, VNG Uitvoering, Utrecht Dataschool en tal van leveranciers.
Data zijn gekleurd
Professor Mirko Schäfer verzorgde de openingssessie. Zijn boodschap: “Data is niet neutraal en objectief, maar is gekleurd. Ieder algoritme en iedere dataset is gebaseerd op waarden.”
Die komen bijvoorbeeld tot uiting in de keuze sommige data wel en sommige niet te verzamelen. Daarom is werken met data niet alleen een technische uitdaging, maar vooral ook een sociaal-maatschappelijke. Data kunnen politieke lading hebben en bepalend zijn voor de manier waarop we samenleven. De implementatie van algoritmes in het openbaar bestuur vraagt daarom om beleid en verantwoordelijkheid. En om bestuurders met aantoonbare digitale vaardigheid, die sturen op waarden en verantwoording afleggen over de inzet van datagedreven technologie bij de overheid. En die ook burgers betrekken bij de ontwikkeling van algoritmen.
Toegankelijkheid: een mensenrecht
Raph de Rooij (ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) gaf een sessie over wat je kunt doen om de toegankelijkheid van je overheidswebsite te borgen. Een actueel onderwerp en dus een volle zaal. Want vanaf 23 september 2020 moeten alle overheidswebsites voldoen aan de eisen van digitale toegankelijkheid. “Toegankelijkheid is een mensenrecht”, stelt De Rooij. “Mensen hebben recht toegang tot overheidsinformatie, ook digitaal.” Overigens is die toegankelijkheidsverplichting niet nieuw. Wel nieuw is de wettelijke status ervan en de manier van verantwoorden erbij. Waar vroeger zwart-wit gekeken werd – wel of niet 100 procent toegankelijk – kijkt de huidige norm naar verbetering op dat gebied. Is de organisatie in control? Ook nieuw is dat de bestuurder de toegankelijkheidsverklaring voor ‘gezien en akkoord’ moet tekenen. Daarmee is er ook meer intern toezicht. Met veel vragen vanuit de zaal en vooral ook praktische tips een geslaagde sessie. Nadien wisten geïnteresseerde deelnemers De Rooij ook bij de BZK-stand te vinden om verder te praten over toegankelijkheid.
Makkelijk en veilig inloggen bij de overheid
Bij de ronde tafel over eID konden deelnemers aanschuiven voor een gesprek met programmamanager Eric Schunselaar. eID gaat over digitale identificatiemiddelen van en voor de overheid. De Wet Digitale Overheid regelt veel voor eID, deze wet gaat naar verwachting in november naar de Kamer. Eén van de laatste wijzigingsvoorstellen voor de wet is dat externe partijen toegelaten kunnen worden tot het eID-stelsel wanneer zij een passend middel ontwikkelen. Het gebruik van het middel blijft beperkt tot partijen die volgens de wet het BSN-nummer mogen verwerken, voornamelijk overheden. Is dat een goede ontwikkeling, bespreken de deelnemers aan de ronde tafel. “Goed voor de burger, die heeft zo wat te kiezen”, zo was de overtuiging. “Maar hoe zit het met de overheidsorganisaties die al die verschillende inlogmanieren moeten faciliteren? Moeten zij dan allemaal verschillende abonnementen nemen?” Overheden zijn overigens verplicht om goedgekeurde eID middelen te accepteren. Schunselaar voorziet de komst van makelaars om overheden hierin te ontzorgen.
Datagedreven werken bij vroegsignalering
In de sessie datadeling bij vroegsignalering stonden drie vragen centraal. Wat kan er, wat mag er en wat willen we?
Aan de hand van een korte casus start de discussie over ‘Wat willen we’. In het kort: vinden we het bijvoorbeeld oké als we data-analyse inzetten om een top-100 van mensen te maken die binnen een gemeente het meest urgent zijn voor schuldhulpverlening. En dat we die mensen vervolgens aan huis bezoeken? Een lastige kwestie. “Je wilt mensen in een vroegtijdig stadium helpen.” Maar het levert ook ethische vraagstukken op: “Die mensen hebben er niet om gevraagd.” Bovendien is ‘urgentie’ een subjectief begrip, wie bepaalt wat het meest urgent is. De conclusie: “Het is soms lastig onderscheid te maken tussen een zorgzame en een bemoeizuchtige overheid.”
Privacy-officer Susanne Harthold (ministerie van JenV) gaat in op de vraag: wat mag er eigenlijk? Dat is lastig te bepalen. Privacy is bijvoorbeeld geen absoluut recht, maar een belangenafweging. Als jurist zet zij een privacy impact assessment (model PIA Rijksoverheid of model PIA Gemeenten) in om antwoord te geven op de vraag: mag het?
Annette Visser en Rolf Mulder van de gemeente Groningen vertellen over hun ervaring bij het project ‘Stapeling in het sociaal domein’. Uit analyse bleek dat een groot deel van de verschillende budgetten terecht komt bij een zo’n 240 zogenaamde multiprobleemgezinnen. Dan is de vraag: krijgen die gezinnen wel de juiste hulp? En: hoe kan de gemeente die gezinnen benaderen om samen met hen te kijken hoe hun situatie te verbeteren? Op zoek dus naar een wettelijke basis die koppeling van gegevens uit de verschillende sociale domeinen rechtvaardigt. Doe wordt gevonden onder de noemer ‘verbetering van dienstverlening’. Want, zo vertelt projectleider Visser: “Juist bij deze gezinnen is er veel te leren over de kwaliteit.” De tip: de mogelijkheden zijn te vinden in de sectorale wetgeving.
De sessie is een initiatief van het Leer- en Expertisecentrum Datagedreven Werken (led). Het LED helpt organisaties die bezig zijn met datagedreven werken elkaar te vinden.