Jeroen van der Vlugt is Chief Information Officer (CIO) bij Defensie. Hij vertelt over de digitalisering van het conflict en de uitdagingen waarmee Defensie te maken heeft. “Ons materieel is een soort rijdende, varende of vliegende computer geworden.”
“Waar conflicten traditioneel op het land, het water en in de lucht werden uitgevochten, neemt het cyberdomein een steeds grotere rol in. Digitalisering biedt ons steeds meer mogelijkheden. Je kan informatie verzamelen door materieel uit te rusten met een grote hoeveelheid sensoren, zoals slimme camera’s, radars en microfoons. Dankzij de digitalisering van wapensystemen kan je een raket of granaat preciezer plaatsen. Een droom die we hebben is een militair ‘internet of things’, waarin je wapensystemen en datastromen aan elkaar koppelt en alles als één groot systeem werkt. Dat is alleen heel complex, daar zijn we nog niet.”
Basis op orde
De ontwikkelingen op het gebied van data en artificiële intelligentie (AI) volgt Defensie nauwlettend. Er wordt gekeken hoe dit op een ethische, juridische en sociaal maatschappelijke manier kan worden geadopteerd. Een ander belangrijk focuspunt is de basis op orde hebben. Van der Vlugt: “Hoe zorgen we ervoor dat onze IT en wapenplatformen veilig blijven en het te allen tijde blijft doen? Tegenwoordig is ons materieel een rijdende, varende of vliegende computer en de tegenstander zal er alles aan doen om die systemen te saboteren. Je kan mooie toekomstdromen hebben over hoe de wereld er idealiter uitziet qua IT. Maar als je basis niet op orde is, kom je nergens. Wij gebruiken bijvoorbeeld SAP als basissysteem voor zowel het materieel, logistiek en financieel, en dat tillen we fasegewijs naar een hoger niveau. Dit is een langjarige inspanning. Als dat klaar is, beginnen we opnieuw met verbeteren.”
Desinformatie
Met het doelbewust verspreiden van misleidende informatie heeft Defensie al honderden jaren te maken. Toch is het probleem nu groter dan vroeger, legt Van der Vlugt uit: “Desinformatiecampagnes zijn al zo oud als de weg naar Rome. Alleen is het met de nieuwe technologieën veel makkelijker geworden om nepnieuws te verspreiden. Deepfakes zijn niet van echt te onderscheiden en worden heel gericht ingezet. Daarnaast wordt cybertechnologie niet gebruikt als wapen, maar met het doel om de mindset te beïnvloeden. Denk aan de verkiezingscampagne tussen Trump en Clinton. Desinformatie kan gericht zijn op burgers, maar ook op militaire organisaties. Zo werd er in mei een nepfoto verspreid met rookpluimen boven het Pentagon. Dit werd razendsnel ontkracht, maar ondertussen was al 500 miljard dollar aan beurswaarde verdampt. Dat zijn zorgwekkende ontwikkelingen.”
Wervingscampagne
Waar in het verleden conflicten in het fysieke domein plaatsvonden, neemt het cyberdomein een steeds grote plaats in. Vraagt Defensie daardoor andere kwaliteiten van zijn werknemers? Van der Vlugt: “Als je bij Defensie wil werken moet iedereen dezelfde kwalificatieniveaus doorlopen. Ongeacht je uiteindelijke werkplek. Terwijl een special forces operator andere fysieke vaardigheden nodig heeft dan een IT’er op een kantoor. Kunnen we schuiven met die kwalificatie-eisen? Daar voeren we nu discussies over. Onze wervingscampagnes zijn wel aan het veranderen. We hebben bijvoorbeeld op verschillende treinstations een campagne gehouden om mensen met specifiek een IT-achtergrond te verleiden om bij Defensie te komen werken. We zoeken altijd mensen om die toenemende digitaliseringsactiviteiten uit te voeren.”