Voor directeur-generaal Marieke van Wallenburg (ministerie van BZK) is betere samenwerking aan de digitale overheid een belangrijk resultaat van de afgelopen jaren. “De digitale transformatie doen we samen”, stelt ze. Naar aanleiding van haar bijdragen op de Conferentie Nederland Digitaal (8-10 februari) gingen we met haar in gesprek. Over verbeterde samenwerking, over verantwoord digitaliseren en openheid als nieuwe norm.
Wat zou u een volgend kabinet mee willen geven voor de digitale overheid?
“De afgelopen periode zijn we binnen de overheid meer en beter gaan samenwerken aan de digitale transformatie. We hebben samen een gemeenschappelijke Agenda Digitale Overheid; NL DIGIbeter opgesteld waarmee we samen tot resultaten komen. We vernieuwen ook steeds meer samen. Zoals in het interbestuurlijke Startup-in-Residence-programma. We bieden startups de kans om aan de slag te gaan met actuele maatschappelijke opgaven, bijvoorbeeld de vraag hoe we de 1,5 meter samenleving inrichten. Startup Squares ontwikkelde daarvoor bijvoorbeeld een oplossing voor evenementen.”
“Samenwerken aan opgaven blijven we doen. De vraagstukken in de maatschappij beperken zich niet tot één overheidslaag of domein. Dienstverlening aan inwoners of ruimtelijke plannen houden niet op bij de grenzen van een provincie of ministerie.”
“Ik gun een nieuw kabinet dat ze die samenwerking verder uitbouwen. Ik heb daar veel vertrouwen in, omdat alle betrokken partijen dit belang onderschrijven. Samen kunnen we verdere stappen zetten om een effectievere overheid te worden die burgers en bedrijven op een betrouwbare, veilige en gemakkelijke manier kan helpen.”
Tijdens de Conferentie werd de Interbestuurlijke Datastrategie gepresenteerd. Hoe helpt die strategie om samen verder te digitaliseren?
“Data is de grondstof voor verschillende digitale toepassingen, waaronder AI. Deze interbestuurlijke datastrategie geeft daar richting in. Ze geeft antwoord op de vraag: hoe kunnen we de potentie van data op een verantwoorde manier benutten voor oplossingen in de maatschappelijke opgaven? Belangrijk, gezien de grote uitdagingen rondom bijvoorbeeld de energietransitie en de woonopgave.”
“Binnen de overheid werken we op verschillende plekken veel met data. We moeten meer op elkaars schouders staan en gedeelde belemmeringen samen aanpakken. We willen naar een ‘ja, mits…’ op datagebruik, door steeds zorgvuldige afwegingen maken over hoe inzet van data op een verantwoorde manier bijdraagt aan maatschappelijke opgaven.”
Het thema van uw bijdrages was sterk gericht op verantwoord digitaliseren. U ging in gesprek met Melanie Peters van het Rathenau Instituut over publieke waarden bij nieuwe technologie. Wat bleef u daar meest van bij?
“In 2018 bracht Rathenau het rapport ‘Opwaarderen’ uit. Dat rapport is nog steeds heel actueel. Sterker nog, er gaat bijna geen dag voorbij dat er iets in de krant staat over digitalisering en de impact daarvan op publieke waarden.”
“Rathenau riep destijds op meer aandacht te besteden aan technologisch burgerschap. Terecht: we vragen veel als we willen dat mensen snappen wat digitalisering voor hen betekent. De afgelopen jaren is vooral ingezet op bewustwording bij kinderen en jongeren. Met een speciale Donald Duck over digitalisering en een lesprogramma voor de basisscholen. En het spel Techtwijfels, dat kinderen onderling in gesprek laat gaan de invloed die technologie op hen heeft. Die bewustwording blijft de komende jaren heel belangrijk. Ook voor andere groepen in de samenleving. Daar blijven we op inzetten.”
“Voor ontwikkelaars en beleidsmakers bij de overheid hebben we verschillende tools ontwikkeld, waarmee we stimuleren steeds het gesprek over digitalisering en publieke waarden aan te gaan. De kunst is wat mij betreft publieke waarden daarbij steeds heel concreet te maken: waar hebben we het precies over?”
“Melanie Peters benadrukt dat technologie blijft verrassen met toepassingen die we niet altijd zien aankomen. Dat vraagt van ons als overheid en maatschappij dat we blijven zoeken, reflecteren en leren. De kernvraag blijft: wat voor samenleving willen we zijn en hoe krijgt technologie daarin een plek? Om verantwoord te kunnen innoveren, hebben we ruimte nodig om te leren. Van de politiek, van de maatschappij en van de media.”
Transparantie en openheid zijn de nieuwe norm. Ook tussen ambtenaren en politiek komen er meer mogelijkheden voor gesprek en kennisuitwisseling. Hoe belangrijk is dat voor verdere digitalisering, denkt u?
“We moeten in gesprek blijven over wat we willen met digitalisering. Ik verwacht dat de vaste Kamercommissie Digitale Zaken een belangrijke rol gaat spelen als ‘vakcommissie’. Er waren al mogelijkheden voor contacten tussen ambtenaren en politiek, die hebben we nu duidelijker gemaakt. We kunnen feitelijke informatie verstrekken én technische briefings over digitaliseringsthema’s verzorgen. Voor een complex onderwerp als digitalisering is dat belangrijk; dat kan bijdragen aan beter beleid en wetgeving.”
“Een actueel voorbeeld is de Wet Digitale Overheid: naar de wens van de Eerste Kamer worden er extra waarborgen opgenomen om publieke waarden en grondrechten te beschermen. Dat geeft aan waar we in Nederland én de Europese Unie naartoe willen: een mensgerichte en op grondrechten gebaseerde digitale transitie.”
Dit interview staat ook in het magazine Nederland Digitaal, naar aanleiding van de conferentie.