“Innovatiebudget maakte opschaling mogelijk”
Brabantse boeren en tuinders krijgen met de app Perceelwijzer voortaan hun waterschapsinformatie realtime en op maat: specifiek voor hun eigen grond. De waterschappen kregen in 2019 Innovatiebudget toegewezen voor een opschaling naar landelijk gebruik van de app. Wat behelst deze innovatie en welke lessen zijn er geleerd? We vroegen het innovator Martijn van Berkel en adviseur Bart Bardoel van het initiatiefnemende Waterschap Aa en Maas. “Gebruikersonderzoek hielp ons te kijken door de bril van de klant.”
Op maat
Wanneer mag ik mijn land beregenen. Wanneer wordt er bij mij gebaggerd of gemaaid? Wat zijn de grondwater- en stuwstanden en welke projecten start het waterschap in mijn buurt? Voor boeren zijn dat belangrijke vragen. De app Perceelwijzer geeft het antwoord op maat en real time. De waterschapsinformatie wordt aangevuld met weerdata vanuit het KNMI. De app biedt de gebruiker een keuze welke informatie hij wil zien, en of hij daar pushberichten voor wil. Daarnaast kan de boer of tuinder zelf meldingen doen aan het waterschap via de app.
Ontdek Perceelwijzer
Vraaggestuurd
De agrariër stond centraal bij de ontwikkeling van Perceelwijzer, vertellen Martijn van Berkel en Bart Bardoel van Waterschap Aa en Maas. De basis voor de app werd anderhalf jaar geleden gelegd, in keukentafelgesprekken met agrariërs en klantenquêtes. Toen kwamen de behoeften van de doelgroep in beeld. Van Berkel, innovator bij het waterschap, kijkt terug. “Agrariërs hebben veel met ons als waterschap te maken. Door het onderzoek keken we door hun bril naar onszelf; we boden onze informatie behoorlijk versnipperd aan. We helpen onze klanten beter wanneer we zorgen dat ze alle data over hun perceel gecombineerd krijgen en dan ook nog real time.” Bart Bardoel was in het innovatietraject verantwoordelijk voor het betrekken van de agrariërs en de veldmedewerkers van het waterschap vult aan: “Boeren zijn meestal buiten aan het werk. Informatie op hun smartphone is voor hen veel handiger dan dat ze op kantoor op verschillende websites moeten kijken.“
Samen tenzij…
In eerste instantie bood Aa en Maas alle waterschapsinformatie als open data aan. Vanuit het idee dat de markt dit kon oppakken. Dat gebeurde niet, dus pakten ze de handdoek zelf op. De samenwerking met de andere Brabantse waterschappen De Dommel en De Brabantse Delta is daarbij vanzelfsprekend, vertelt Van Berkel: “Bij ons is het samenwerken, tenzij…” Samen met de Provincie Noord-Brabant, de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) en een betrokken groep agrariërs gingen ze aan de slag met de ontwikkeling van de app.
Innovatiebudget
De partners samen hadden budget om aan de slag te gaan en de app te ontwikkelen. Toch werd besloten een voorstel in te dienen voor het innovatiebudget Digitale Overheid dat het ministerie van BZK beschikbaar stelt voor innovatieve en experimentele projecten in de digitale dienstverlening van de overheid. Van Berkel: “Met het innovatiebudget konden we een professionelere, schaalbare app maken, zodat ook andere waterschappen kunnen aansluiten.” Dat budget kregen ze toegewezen. “We hebben zelf IT-architecten in huis, en kunnen informatie aanbieden op een moderne manier. Voor het bouwen van de app hebben we een bureau ingeschakeld, want dat doe je niet iedere dag. Ook voor een professionele vormgeving en communicatie schakelden we een bureau in.”
Innovatiebudget 2020
De app is in beta-versie beschikbaar, eind juni 2020 is de officiële lancering. Alle waterschappen kunnen zich binnenkort aansluiten bij de app. Het Waterschapshuis – de gezamenlijke regie- en uitvoeringsorganisatie voor ICT van de waterschappen – werkt aan de businesscase, vertelt Van Berkel. “Natuurlijk moet ieder waterschap zelf bepalen: past de app bij onze IT-infrastructuur en bij het communicatiebeleid? “Er is veel belangstelling” ziet hij. “Dit jaar sluiten de eerste waterschappen al aan, volgend jaar naar verwachting de meeste anderen.”
Geleerde lessen
Bij innovaties wordt vaak veel geleerd. Van wat goed ging en wat minder goed ging. Van Berkels 2 belangrijkste geleerde lessen zijn: “Pas design thinking toe en communiceer zoveel mogelijk met beelden en niet met woorden. Maak mockups – prototypes – van wat je wilt. Laat zien ‘Zo zou het eruit kunnen zien’ en ga daarover in gesprek. Op die manier hebben we de gebruikers en managers echt enthousiast weten te maken. “ Een 2e les is om het wiel niet opnieuw uit te vinden. “We hebben goed gekeken wat er allemaal al is. Wie ontsluit welke informatie bij de waterschappen? Maar ook: wat zijn soortgelijke apps, en welke functionaliteit hebben die? Bijvoorbeeld apps als BuitenBeter en de Afvalwijzer hebben ons echt geïnspireerd. Zo hebben we qua functionaliteit de krenten uit de pap kunnen halen.” Aandachtspunt daarbij is wel een scherp te krijgen waar de dienstverlening ophoudt, stelt hij. “We geven bijvoorbeeld geen advies over beregening, alleen gegevens.”
Praten over feiten
Een belangrijke les voor Bardoel is dat zo’n app ook veranderingen brengt voor collega’s in het veld. “Data delen is best spannend voor een organisatie: transparantie leidt soms ook tot transpiratie. Wat gaat dit betekenen voor het veldwerk? Agrariërs krijgen meer informatie, daar kunnen potentieel dan veel vragen over komen. Niet iedereen vindt dat prettig. Onze boodschap is: je kunt daar juist ook positief naar kijken. We kunnen nu veel beter uitleggen wat we doen. En de gesprekken met boeren gaan nu meer over feiten dan ‘gevoel’; het haalt deels de emotie uit het gesprek.”
Mooi aan dit proces vindt Bardoel dat er nieuwe krachtenvelden worden aangeboord door deze innovatie. “We zien dat er ook op andere terreinen een roep om samenwerking ontstaat bij de waterschappen. Moeten we bijvoorbeeld niet toe naar 1 gezamenlijke database van gegevens?”